CNV-voorzitter Terpstra zei maandagmiddag in zijn nieuwjaarsrede dat jongeren via vrijwilligerswerk in bijvoorbeeld de sectoren zorg, veiligheid of welzijn „directe en onmisbare” kennis van de samenleving kunnen verwerven. Een sociale stage moet jongeren verantwoordelijker voor elkaar en de samenleving maken. Zij moeten oog krijgen voor meer dan hun eigen materiële welzijn.

Volgens de CNV-voorzitter hebben jongeren tegenwoordig te weinig belangstelling voor vrijwilligerswerk. Wel nemen zij daarentegen naast hun middelbareschoolopleiding vaak in groten getale de tijd om via bijbaantjes in hun eigen materiële behoeften te voorzien. „Jongeren moeten ontdekken dat vrijwilligerswerk een andere beloning kent dan vakkenvullen bij Albert Heijn.”

Terpstra hekelde verder de kwaliteit van het voortgezet onderwijs. Volgens hem is het huidige vakkenpakket onvoldoende om jongeren goed voor te bereiden „op hun maatschappelijke deelname in hun latere leven.” Een schooldiploma zou pas volledig zijn als scholieren een stage van zo’n tachtig uur hebben doorlopen bij een instelling naar keuze.

De werkervaring die scholieren tijdens hun stage opdoen, is volgens de CNV-voorman niet alleen in het voordeel van de jongeren zelf. De ervaring die wordt opgedaan, komt volgens hem ook de maatschappij als geheel en de sectoren welzijn, veiligheid en zorg in het bijzonder ten goede.

De christelijke vakorganisatie Reformatorisch Maatschappelijke Unie pleitte vorige maand reeds voor een verplichte sociale stage voor jongeren. Bij de presentatie van de arbeidsvoorwaardennota reageerden de politici Van der Vlies (SGP), Veling (CU) en Balkenende (CDA) welwillend op het idee. Het CDA kwam overigens in oktober 1999 al met het voorstel jongeren in de derde klas van de basisvorming een maatschappelijke stage te laten lopen.

De RMU zei vanochtend in een reactie het „bijzonder positief te waarderen dat de CNV het idee van een sociale stage heeft opgepakt.” Na afstemming tussen beide vakorganisaties, maandagavond, is afgesproken dat de komende dagen wordt nagegaan op welke wijze beide voorstellen nader kunnen worden uitgewerkt.

Terughoudender is de FNV. De grootste vakcentrale zegt wat moeite te hebben met het verplichte karakter van de stage. „Je zou het kunnen stimuleren en de mogelijkheden verruimen, maar niet verplichten. De term vrijwilligerswerk zegt het al: vrijwillig”, aldus een FNV-woordvoerder. Het verplichtende karakter geeft de CNV-jongeren reden om vooralsnog eveneens een afwachtende houding in te nemen.