VN-hof wijst vonnis over „Pinochet van Afrika”
DEN HAAG (ANP) – Het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in Den Haag doet vrijdag uitspraak in het geschil over ex-president Hissène Habré van Tsjaad, bijgenaamd de ‘Pinochet van Afrika’ in een vergelijking met de oud-dictator van Chili.
Tijdens de Habré-dicatuur vielen van 1982 tot 1990 zo’n 40.000 doden door politiek geweld en onderdrukking. Mensen werden zonder vorm van proces opgesloten en er werd op grote schaal gemoord en gemarteld.
Sinds zijn val woont Habré in ballingschap in Senegal. Dakar heeft al jaren geleden beloofd Habré te berechten, maar treuzelt daarmee. Al in 2006 sprak Senegal met de Afrikaanse Unie af dat het Habré „in de naam van Afrika” zou berechten, maar daar is het nog steeds niet van gekomen. Daarom eist België, waar Habré-slachtoffers wonen, dat Senegal Habré of eindelijk zelf berecht of uitlevert aan Brussel. In België wonen slachtoffers van het Habré-bewind. Zij hebben aangifte gedaan van misdaden als moord en marteling.
België heeft sinds 2005 herhaaldelijk zonder succes uitleveringsverzoeken ingediend in Dakar. In 2009 diende België daarom een klacht in tegen Senegal bij het ICJ, de hoogste VN-rechters in het Haagse Vredespaleis, die juridische geschillen beslechten tussen staten. Volgens België schendt Senegal zijn verplichtingen krachtens het VN-verdrag tegen marteling.
Senegal bepleitte in zijn slotwoord tijdens de zittingen in maart dat het hof niet bevoegd is. Voor het geval dat de ICJ-rechters de Belgische klacht wel ontvankelijk verklaren, bepleit Senegal dat het zijn volkenrechtelijke verplichtingen heeft nageleefd door een strafzaak tegen Habré voor te bereiden. Waarnemers hebben er hun twijfels over dat er echt serieus werk van wordt gemaakt. „Senegal kon voor het hof niet verklaren waarom het Habré in 21 jaar niet heeft berecht. Het Internationaal Gerechtshof is de laatste hoop van de slachtoffers”, aldus mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) na afloop van de zittingen in het Vredespaleis.
Een overlevende van het Habré-bewind, Souleymane Guengueng, was in maart op uitnodiging van HRW in Den Haag en vertelde wat hem was overkomen. Hij zag honderden celgenoten overlijden door marteling en ziektes. Hij overleed bijna zelf tijdens 3 jaar hechtenis en was naar eigen zeggen niet meer dan vel over been toen hij vrijkwam.