In gesprek met klasgenoten: Anja Vogel-Flipse

Dertig jaar geleden leverde Driestar Hogeschool in Gouda 110 onderwijzers en onderwijzeressen af. De situatie op de arbeidsmarkt was slecht, net als nu. Zes oud-klasgenoten van redacteur Gerard Vroegindeweij vertellen hun levensverhaal. Vandaag deel 1: Anja Vogel-Flipse, fulltime onder­wijzeres.

17 July 2012 18:38Gewijzigd op 14 November 2020 22:12
Foto RD
Foto RD

„Ik ben een echte onderwijsfreak. Mijn werk is mijn hobby. Onderwijs geven is het leukste wat er is. Als je aan jonge mensen basale dingen wilt meegeven voor de rest van hun leven, moet je in het onderwijs aan de slag. Ik sta sinds 1982 voor de klas, meestal fulltime. Daar heb ik geen moment spijt van gehad.

Nadat ik in 1982 mijn PA-diploma behaalde, kreeg ik voor twee dagen per week een aanstelling op de reformatorische Herman Faukeliusschool in Middelburg, de plaats waar ik opgroeide. De overige dagen was ik invaller op andere scholen die onder hetzelfde bestuur als dat van de Faukelius vielen. Later kreeg ik een eigen klas.

Ik ben altijd blijven werken, ook toen onze kinderen werden geboren. Dat kon omdat mijn man, Jos, voor de kinderen zorgde. Hij ging bijvoorbeeld met de kleintjes naar het consultatiebureau. Jos studeerde op het conservatorium en kon de zorg voor de kinderen daar prima mee combineren. Hij geeft nu les aan de Zeeuwse Muziekschool. Ook heeft mijn man de opleiding tot beiaardier gevolgd. Hij is stadsbeiaardier van Vlissingen.

Ondanks het feit dat Jos de dagelijkse zorg voor de kinderen op zich nam, besteedde ik wel tijd aan de kinderen. Voor ik naar school ging, in de middagpauze en direct na schooltijd was ik er voor hen. We wonen dicht bij school. Daardoor zijn de kinderen niets tekortgekomen. Ik moet er niet aan denken om alleen huismoeder te zijn. Daar ben ik misschien te ambitieus voor.”

Hardlopen

„Ik was een fanatiek hardloper. Kilometers langs het strand en door de duinen. Ook deed ik mee aan wedstrijden. Helaas mag dat niet meer. De artsen hebben artrose geconstateerd; de oorzaak daarvan is waarschijnlijk het vele hardlopen. Maar gelukkig is mijn wereld niet ingestort. Een christen weet dat er meer is in het leven dan hard­lopen. Fietsen mag ik nog wel, en ook dat is een prima uitlaatklep.

De liefde voor het onderwijs heb ik geërfd van mijn vader. Hij was leraar Engels op de toenmalige Smijtegeltmavo in Middelburg. Ik ging graag met hem naar zijn klaslokaal als de leerlingen er niet waren. Dan speelde ik juf. Heerlijk was dat. Ook mijn broer Sjako is ‘besmet’ met het onderwijsvirus. Hij is adjunct-directeur van een basisschool in ’s-Gravenpolder.

Jammer genoeg heb ik tot nu toe geen van mijn eigen kinderen warm kunnen krijgen voor het onderwijs, maar het zou nog kunnen komen. Ik doe er in ieder geval mijn best voor, door elke dag aan tafel een paar leuke voorvallen te vertellen die ik heb meegemaakt.

Van mijn periode op de pedagogische academie heb ik met volle teugen genoten. Op alle gebieden een goede school, de Driestar. Er was een prima sfeer, je leerde om te gaan met studenten van andere kerken en pedagogisch en didactisch kreeg je de nodige scholing. En omdat ik op mezelf woonde, leerde ik ook zelfstandigheid. Dat deed me goed.

Ik kan me nog levendig de goede en de minder goede leraren herinneren. Goed waren zij die de studenten serieus namen en eraan appelleerden dat wij een belangrijk beroep gingen uitoefenen. Minder goed waren de leerkrachten die ons zagen als kinderen uit het voortgezet onderwijs.

Ik bewaar bijzonder plezierige herinneringen aan drs. Jac. Kruidenier. Zoals hij het vak cultuur en maatschappij (cuma) wist over te brengen: dat was weergaloos. Mijn vader nam mij al mee naar Londen toen ik acht jaar was, maar Kruidenier bracht mij echt liefde voor cultuur bij. Daar heb ik nog plezier van. Onlangs was ik voor een korte vakantie in Frankrijk. Daar bezochten we de kathedraal van Abbeville. Ik heb een kwartier staan kijken naar een mooi glas-in-loodraam. Indrukwekkend.

Kruidenier was ook de man die mijn chauvinistische gevoelens voor Zeeland wist te waarderen en zelfs aanwakkerde. Als ik samen met mijn klasgenoot Janneke, ook uit Middelburg, op maandag­morgen standaard tien minuten te laat in de les arriveerde, zei hij altijd: „Zo, Zeeland is er ook. We kunnen beginnen.” Fantastisch, want ik ben altijd een echte Zeeuw gebleven. Ik ben trots op mijn wortels.

Er is de afgelopen dertig jaar veel veranderd in het onderwijs. Het is nu veel meer de interactie die kinderen tot leren moet brengen. Denk ook aan de coöperatieve werkvormen. Anno 2012 moet je als onderwijskundige uitgaan van het kind als subject: kijken wat het kind nodig heeft. Heel belangrijk.”

Johannes de Heer

„Ik geef graag muzieklessen. Kinderen vinden dat heerlijk. De liefde voor muziek erfde ik van mijn moeder. Behalve koken heb ik ook zingen van haar geleerd. Elke zondag zong ze met ons liederen uit de bundel van Johannes de Heer. We waren dan wel lid van de gereformeerde gemeente, maar hadden geen oogkleppen op. Als prof. dr. A. de Reuver in de Middelburgse Oostkerk preekte, gingen we daar ook naar toe. We luisterden ook elke zondag naar het radiopraatje van mr. G. B. J. Hiltermann over de toestand in de wereld.

Gaandeweg de jaren aan de Faukelius zijn mijn ogen opengegaan voor de opdracht die christenen hebben in de wereld. Zout moet niet in een potje blijven zitten, maar moet de wereld smaak geven. Christenen hebben zo veel te vertellen, zei onze handvaardigheidsleraar Van Wijk vroeger. Kleien heb ik nauwelijks van hem geleerd, maar hij ging in gesprek met ons over wie je kunt zijn voor de klas, zeker op niet-reformatorische scholen.

Daarom heb ik in 2001 bewust de overstap gemaakt naar de protestants-christelijke/rooms-katholieke basisschool De Wissel in Vlissingen. Het is een christelijke school, maar de meeste leerlingen zien amper meer een kerk vanbinnen. Je kunt daar hoofdschuddend aan voorbijlopen, maar je kunt er ook wat aan doen. Er is belangstelling en aandacht voor de blijde boodschap. Zo heb ik mijn groep eens meegenomen naar de Sint-Jacobskerk in Vlissingen, waar mijn man ook organist is. Daar kreeg ik vragen over de preekstoel en de geopende Bijbel. Dan kun je vertellen over het Evangelie. Dat vergeten ze nooit meer. En wat te denken van kinderen die na een Bijbelles zeggen: „Juf, mag ik ook bidden als mijn vader en moeder niet bidden?” En: „Kun je ook geloven als je vader en je moeder niet geloven?” Dan kun je jonge mensen basale dingen meegeven voor de rest van hun leven.”


Naam: Anja Vogel-Flipse

Geboren: 11 juli 1961

Gezinssituatie: gehuwd, drie kinderen

Opleiding: mavo, havo, peda­gogische academie

Werkervaring: negentien jaar Herman Faukeliusbasisschool in Middelburg, elf jaar pc-/rk-school De Wissel in Vlissingen

Nevenfuncties: coördinator kindernevendienst protestantse wijkgemeente Ontmoetingskerk Middelburg (Gereformeerde Bond)

Hobby’s: koken, hardlopen, fietsen en lezen

Laatstgelezen boek: ”Vaslav” van Arthur Japin

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer