Commentaar: Keurmerk voor goede nieuwsmedia
Of het nu gaat om een garagebedrijf, een pot pindakaas, een bedrijfshulpverlener of een webshop: haast overal is wel een keurmerk te vinden. Ze moeten de koper van een product of dienst ervan overtuigen dat hij waar voor zijn geld krijgt. In het kielzog van die keurmerkenhausse blijkt er nu ook behoefte te zijn aan een keurmerk voor journalistieke kwaliteit.
Dat is een van de opvallende resultaten van een onderzoek van de Universiteit van Amsterdam. De helft van de bevolking wil zo’n keurmerk, waaruit moet blijken of een dagblad, omroep of nieuwssite zich heeft gehouden aan de journalistieke spelregels, zoals onafhankelijkheid, waarheidsvinding of hoor en wederhoor.
Bij dit soort onderzoeken is het belangrijk om een slag om de arm te houden. Natuurlijk wil iedereen kwaliteit. Net als bij de pindakaas en de apk ligt het ook bij media erg voor de hand dat een lezer, luisteraar of kijker geen kat in de zak wil kopen. Toch doen de oplage- en kijkcijfers vermoeden dat een aanzienlijk deel van diezelfde consumenten niet zo kritisch zijn bij de keuze van hun medium.
Volgens het onderzoek hechten zij grote waarde aan de onafhankelijkheid van journalisten. Van de ondervraagden vindt 80 procent dit van cruciaal belang. Journalisten moeten zich onpartijdig opstellen en feiten en meningen goed van elkaar scheiden. Dat klinkt heel mooi, maar het publiek zal zich ook moeten realiseren dat werkelijk objectieve verslaggeving in de praktijk niet zo eenvoudig is. Over de beurskoersen of het aantal slachtoffers bij een ongeval kun je meestal objectief verslag doen, maar zodra de journalist zich waagt aan een verklaring of iemand om uitleg vraagt, moet hij al een keuze maken.
Daar komt bij dat de schrijf- en spreekstijl in de media de laatste jaren minder formeel geworden is en dat veel media er niet voor terug deinzen om nadrukkelijk kleur te bekennen. Of het nu gaat om de prestaties van het Nederlandse voetbalelftal, de eurocrisis of de strijd in Syrië: media nemen daarbij bewust of noodgedwongen een gekleurd standpunt in. Dat blijkt niet alleen in hun commentaren maar ook in koppen boven artikelen, de keuze van een woordvoerder of de positie van een camera. Of juist door het weglaten van nieuwsberichten.
Is dat erg? Soms wel. De manier waarop diverse media vorige week verslag deden van een onderzoek naar de euthanasiewet is een goed voorbeeld van framing: door zorgvuldig woorden te kiezen, kan een kop boven een artikel impliciet een mening verkondigen. Zo versterkt het medium de boodschap dat het taboe op euthanasie langzamerhand wel verdwenen is. Ook rond andere thema’s, zoals homoseksualiteit of de vrijheid van godsdienst, is duidelijk dat media niet alleen objectief feiten rapporteren maar tegelijkertijd hun publiek een gekleurde visie opdringen. De meeste lezers en kijkers hebben geen idee hoeveel invloed lobbygroepen hierop hebben. Geen keurmerk dat daar paal en perk aan stelt.
Het is positief dat een deel van het publiek kennelijk waarde hecht aan onafhankelijkheid en kwaliteit, juist in een tijd waarin iedereen op internet zijn eigen nieuwskanaal kan beheren. Misschien keert de wal het schip.