Kerk & religie

De gemeente geborgen onder een vleugel

Nieuwbouwkerken komen in het bestemmingsplannen niet zelden aan de rand van stad of dorp terecht. De gereformeerde gemeente van Rijssen-West daarentegen pronkt in het hartje van de nieuwe wijk. Op nog geen 100 meter afstand van De Tabernakel woont de 31-jarige architect: ir. W. R. Seppenwoolde.

E. S. Hoekman-van Stuijvenberg
2 September 2003 12:11Gewijzigd op 14 November 2020 00:31
ir. W. R. Seppenwoolde
ir. W. R. Seppenwoolde

Wie het stadje nadert, kan niet om de kerktoren heen, die springt meteen in het oog. „Vaak een pompeus gevaarte dat uit het gebouw rijst. Hier open, licht en transparant”, zegt Seppenwoolde. Splinternieuwe huizen flankeren het gebouw. En nog steeds grommen zandwagens over de wegen van het pas ontstane stadsdeel.

„De toren is een landmark”, verklaart de architect. Dat betekent zo veel als: beeldbepalend voor de omgeving. De kerk staat op de assen van de verschillende toegangswegen. Het front is zichtbaar vanaf de landweggetjes buiten Rijssen. De achterkant is veel lager en sluit aan bij de laagbouw.

De centrale plaats van de kerk is te danken aan een alerte kerkenraad die in een heel vroeg stadium -eind jaren tachtig- om ruimte vroeg voor een nieuw bedehuis. Nieuwbouwhuizen groepeerden zich daaromheen.

De kerk kan 1000 mensen herbergen en is fors van formaat. Ruimtelijkheid stond bij de architect dan ook boven aan het lijstje. „Mensen moeten geen opgesloten gevoel krijgen, maar zich thuis voelen in een gebouw.”

Seppenwoolde omschrijft de aanblik van zijn eerste ontwerp als tijdloos. Tijdens het ontwerpen schipperde hij tussen een eigentijdse uitstraling van het kerkgebouw en de eisen van de kerkenraad. „Niet te futuristisch”, luidde de opdracht voor de zeshoekige kolos van Rijssen-West.

De architect neemt het gebouw nog eens in ogenschouw. „Het legt zich niet vast in een moderne stroming en kan dus nog jaren mee.” Anderzijds is het kerkgebouw dusdanig afgestemd op de omgeving dat het „geen vreemde eend in de bijt is.”

De in het gebouw verwerkte symboliek is volstrekt duidelijk. In de kerkmuren zitten zeven ronde ramen. Het getal van de volheid in de Bijbel. Op zondag staan de drie kerkdeuren open. De ruime hal ontvouwt zich. Een tweede deur geeft toegang tot de kerkzaal. Het liturgisch centrum bevindt zich in het verlengde van de twee deuren. De kerkganger zou in een rechte lijn van de buitendeur naar de preekstoel kunnen lopen, niet belemmerd door kerkbanken of andere hindernissen.

Het middenpad is de centrale as van het gebouw. Hierin uit zich de filosofie van Seppenwoolde: Niets mag het Woord in de weg staan. De gestuukte, witte wand achter de kansel creëert rust en voorkomt afleiding.

Het dak lijkt te zweven op het onderste gedeelte van het kerkgebouw. Losgekoppeld door een rand van glas tussen de muur en het plafond. „Het staat symbool voor een vleugel waaronder de gemeente geborgen is”, licht de Rijssenaar toe.

In een inleiding op de uitgangspunten voor het ontwerp van de kerk, staat geschreven: „De kerk is niet een huis waar men samenkomt, niet een religieus verenigingslokaal. Het is een Huis van de Heere, waarin Hij tot ons komen wil, en waarin wij Zijn aangezicht mogen ontmoeten.”

Seppenwoolde, resoluut: „Voor een fietspuzzeltocht heb je in het hoofdgebouw niets te zoeken. De kerkzaal moet daarom afgezonderd zijn van de nevenruimten. Net als vroeger in de tempel, waar onderscheid bestond tussen de voorhof en het heilige.”

De corridor rondom de kerkzaal heeft dan ook een besloten sfeer. Ramen zijn er niet te vinden. Deuren geven toegang tot onder meer de consistorie -met portrettengalerij- de keuken en het catechisatie-lokaal.

Seppenwoolde: „Het hoofdgebouw en de laagbouw kunnen afzonderlijk van elkaar functioneren. De kerk leent zich bijvoorbeeld goed voor begrafenissen. Mensen kunnen condoleren, zonder dat ze in de kerkzaal hoeven komen.”

Ds. J. Mol, emeritus predikant in Rijssen, preekt nog iedere zondag een keer in West. Volgens de architect zei ds. Mol tijdens de eerstesteenlegging tot de gemeente over De Tabernakel: „Het gebouw doet dienst voor de eeuwigheid, maar het staat hier maar voor een tijd.” Seppenwoolde: „Gebouwen ontwerpen is mijn werk. En tóch ben ik het ermee eens.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer