Met Joop sr. thuiskomen in de Rijnhaven

WAGENINGEN – Ze varen met hun vrachtschip over Nederlandse, Belgische en Duitse rivieren. Telkens als ze via de Neder-Rijn de haven van Wageningen binnenkomen, hebben Johan (27) en Pieternel (28) van Mourik het gevoel dat ze thuiskomen.

17 July 2012 10:17Gewijzigd op 14 November 2020 22:12
Het in mei getrouwde echtpaar Johan en Pieternel Mourik op hun binnenvaarstchip in de Rijnhaven in Wageningen. Foto André Dorst
Het in mei getrouwde echtpaar Johan en Pieternel Mourik op hun binnenvaarstchip in de Rijnhaven in Wageningen. Foto André Dorst

Twee fietsers zitten op een bankje met uitzicht over de Rijnhaven in Wageningen. Aan hun voeten liggen schepen met namen als Fritske, Mira Jowisaro en Joop sr., het schip van de Van Mouriks. De vlag van de schippersbond NPRC wappert in de top.

In de stuurhut van zijn vrachtschip –67x8,20 meter– voelt Johan van Mourik zich als een vis in het water. De bedieningspanelen zijn niet het nieuwste van het nieuwste, legt hij uit, maar hij redt zich er prima mee. Voor het raam staat een model van de Batavia uit 1607. „Een stoer scheepje.”

De schipper, afkomstig uit het niet ver van Wageningen gelegen Opheusden, wijst door het raam naar de Myosotis, die verderop in de haven aan het lossen is. Zelf zal hij de volgende ochtend uitvaren naar Axelse Sassing om een vracht tarwe op te halen die hij in Sas van Gent moet lossen.

Afgelopen week verhuisde Pieternel haar meubels naar het schip. Het echtpaar stapte in mei in de huwelijksboot, waarna de onderwijzeres het seizoen op de reformatorische Eben-Haëzerschool in Rhenen nog afmaakte. Voor de zomervakantie nam ze afscheid. „Het zal wennen zijn, maar ik ben al een paar keer mee geweest als deksmaat. Ik ben ernaar toegegroeid.”

Johan komt niet uit een schippersfamilie, maar het water trekt hem van jongs af aan. In de tweede klas van het voortgezet onderwijs doet hij een soort snuffel­stage op een binnenvaartschip. „We haalden een vracht op in Amsterdam die op Terschelling werd gelost. Met prachtig weer voeren we over het IJsselmeer. Ik was meteen verkocht.”

Na de mavo werkt hij anderhalf jaar op een beunschip dat zand transporteert, voordat hij besluit een opleiding op het Scheepvaart en Transport College in Rotterdam te gaan volgen. Tijdens zijn opleiding werkt hij zich op van deksman tot schipper. Als hij zijn diploma op zak heeft, wordt hij zetschipper en vaart hij vier jaar in loondienst.

In die periode haalt hij geregeld vrachten op in Amsterdam en Rotterdam, die in Wageningen of Oss moeten worden gelost. Op den duur wil hij wel eens iets anders dan het „rondje om de kerk.” In september 2010 koopt hij een vaartuig uit 1957. „Een klein schip dat technisch goed in orde was en een ruime woning heeft.”

Van Mourik geeft het de naam Joop sr. „Ik heb het genoemd naar mijn vader. Omdat een broer van mij ook Joop heet, heb ik er sr. achter gezet. Een schip met die naam bestond nog niet. Vroeger werden schepen vaker dan tegenwoordig naar familieleden genoemd.”

Hij doet de aankoop in een economisch onzekere tijd. „Ik dacht: De situatie is nu zo slecht dat het alleen maar beter kan worden, maar het werd nog minder. Er is werk genoeg, maar de vracht­prijzen zijn slecht. Dat betekent dat je het zuiniger aan moet doen.”

Als hij stilligt, houdt Van Mourik zich bezig met klussen aan boord. „Er is altijd wat te doen, zoals onderhoud aan de motor of de kopschroef. Ik ben optimistisch ingesteld, maar als ik anderhalve week geen vracht heb, word ik wel wat zenuwachtig.”

Inmiddels is Van Mourik met diverse rivieren goed bekend. Op de Waal kan hij doorgaans prima doorvaren. „Vergeleken met de Rijn wordt de Waal een snelweg genoemd. De Rijn is meer een fietspad.”

Het liefst doorkruist de schipper Duitsland. „In Neder­land ben je de ene dag aan het laden, dan vaar je een dag en vervolgens moet je alweer lossen. In Duitsland zit je een paar dagen achtereen achter het stuur.”

Op zondag ligt de Joop sr. stil. Zo mogelijk bezoekt het schippersechtpaar een kerk in de buurt. „Als we in Nederland zijn, kijken we op kerktijden.nl”, zegt Pieternel. „In Duitsland is het wat lastiger een kerk te vinden en is het vaak een beetje een waagstuk waar je terechtkomt. Maar op den duur vind je wel uit waar je naartoe kunt gaan.”

In Duitsland worden op twee plaatsen Nederlandse schippersdiensten gehouden. Johan: „De ene keer zit er negentig man, de andere keer dertig. In Mannheim was ik zelfs een keer de enige kerkganger.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer