„Situatie Libië slechter dan onder Gadaffi”
TRIPOLI (IPS) — „De mensenrechtensituatie in Libië is nu veel slechter dan onder de overleden dictator Muammar Gadaffi.” Dat zegt Nasser al-Hawary, onderzoeker van het Libische Observatorium voor Mensenrechten.
Nasser al-Hawary toont getuigenissen van families wier geliefden doodgeslagen zijn, toen ze gevangen werden gehouden door een van de vele milities die grote delen van Libië controleren. De foto’s laten bloederige lichamen zien.
„Sinds de revolutie zijn zeker twintig mensen doodgeslagen terwijl ze werden vastgehouden door milities, en dat is nog een voorzichtig cijfer. Het echte cijfer ligt wellicht veel hoger”, zegt Hawary.
Hawary, een salafist, was geen voorstander van het Gadaffiregime. Hij was een politiek opponent van Gadaffi en de geheime politie zette hem meermaals achter de tralies. Daarbij werd hij geslagen. Hij slaagde erin naar Egypte te ontsnappen en keerde na de revolutie naar zijn land terug.
Nog steeds vinden wraakacties plaats tegen Gadaffi-aanhangers en tegen zwarte Libiërs, die door de rebellen worden gezien als huurlingen van het Gadaffiregime.
Verschillende maanden geleden werd de 28-jarige Muhammad Dossah ontvoerd door gewapende militieleden bij een controlepost in de stad Misrata. „Ik weet niet of hij nog leeft”, zegt zijn broer Hussam Dossah. „We hebben niets meer van hem gehoord sinds hij bij de controlepost verdwenen is.”
De Libische Nationale Overgangsraad had beloofd om de meer dan 6000 gevangenen voor de rechter te brengen of vrij te laten. Toch is maar een klein deel vrijgelaten. De wreedheden van de rebellen blijven onbestraft.
Zelfs in de grote steden waarover de Nationale Overgangsraad de controle zegt te hebben, zijn gewapende milities te zien. In Tripoli zijn ’s nachts, en soms ook overdag, regelmatig schoten te horen. „Alle jonge mannen hebben vuurwapens”, zegt de voormalige rebel Suheil al Lagi. „Ze zijn het gewoon geraakt om politieke meningsverschillen en kleine ruzies op die manier op te lossen. De hoge werkloosheid en de financiële problemen maken de situatie alleen maar erger.”
Buiten Tripoli eisen haveloze militieleden vaak geld van de mensen die hun controleposten passeren, vooral als het om zwarten of buitenlanders gaat.
„We zijn ons bewust van de problemen waar ons land mee kampt en we proberen ze op te lossen”, zegt Hassan Issa, lid van de Nationale Overgangsraad.
„Dit is niet het nieuwe Libië waarvoor we gevochten hebben”, aldus Suheil al-Lagi. „Misschien moeten we opnieuw naar de wapens grijpen.”