Geen titel
”Typisch Hollands” zijn de klompen, tulpen, kaas, hooligans en coffeeshops. Maar even typisch voor Nederland is de manier van bouwen in smalle straatjes, van rijtjeshuizen met grote ramen.
De Italiaanse mama Paolo wilde er het fijne wel eens van weten. Het kon niet waar zijn, dacht ze. Maar ze vroeg het toch aan de Hollandse toeristen. Kun je bij Hollanders zomaar naar binnen kijken? Op het bevestigende antwoord sloeg ze haar hand voor de mond: Mamma mia! Ongekend en ongehoord.
Kunstenaar Mels van der Mede maakte in 2011 een ”digitale videoinstallatie”. Hij reed met een auto langzaam door de straten van een Nederlandse stad. Zijn filmcamera registreerde de huizen, de deuren en vooral de ramen. „De Nederlandse gewoonte om ’s avonds de gordijnen open te laten, nodigt de buur of de passant uit om op grond van de taferelen die te zien zijn, te speculeren over de levens van bewoners. Wie zijn deze mensen? Zijn ze alleen of samen? Hebben ze het goed voor elkaar, of niet? Door de uitnodigende openheid van verlichte ramen worden zulke vragen opgeroepen, die we invullen op grond van de flarden die we zien. Maar is de openheid die we zien oprecht?”
Het gluren bij de buren zit Nederlanders in het bloed. Gratis gluren is natuurlijk helemaal mooi.
Dat kon –terzijde– zaterdag bij het Haagse hofje van Wouw, dat is gekozen tot eerste Open Monument van de Maand. Het wooncomplex wordt al 365 jaar gerund door dezelfde familie, sinds Cornelia van Wouw in 1647 alleenstaande vrouwen een dak boven het hoofd wilde bieden. De raampjes bieden een inkijkje in het leven van de ‘hofdames’. Niets blijft geheim. Mamma mia.