Stiltezones NS moeten geleuter smoren
Als de mobiele telefoonterreur érgens manifest is, dan wel in de trein. Omdat het omgevingslawaai moet worden overstemd, zetten sommige bellers het op een schreeuwen. „Ik ook van jou!” Veel NS-klanten tonen zich positief over de recent gehouden proef met stiltezones. Daarom krijgt vanaf nu elke intercity z’n eigen stilteplekken.
Het mobieltje is een ware kwelgeest tussen de rails. Wie het meemaakte, herkent het fenomeen meteen. Een scala van beltonen klinkt, her en der in een volle coupé. Het stemvolume van degene die opneemt -of zelf opbelt- wordt opgeschroefd tot een niveau alsof windkracht tien moet worden overschreeuwd. Want ja, de trein maakt natuurlijk zelf ook herrie.
Wat medereizigers van dat luidruchtige geklets vinden, daarom bekommeren veel bellers zich niet. Als ergens de bel-etiquette met voeten wordt getreden, dan wel in de trein. Ongevraagd krijgen argeloze NS-klanten smeuïge details uit het liefdesleven van anderen te horen, of flarden uit een slechtnieuwsgesprek dat een beller achter de rug heeft. „Ik zeg nog zó tegen die chagrijn…”
Van april tot en met juni deden de Nederlandse Spoorwegen een proef met stiltezones in intercity’s, vijftien werden er met stickers aangeduid. De bewuste treinen reden vooral op de trajecten Amsterdam-Vlissingen en Nijmegen-Den Helder. De zones betroffen zowel eerste als tweede klas.
De proef werd gehouden omdat uit onderzoek vooraf bleek dat meer dan de helft van de reizigers zich stoort aan luidruchtige (telefoon)gesprekken. Ook consumentenorganisaties vroegen bij de NS om aandacht voor deze vorm van geluidsoverlast. Comfortabel reizen zonder belterreur moet mogelijk zijn.
Een brede enquête onder reizigers en honderden reacties via de onderzoekssite van de NS gaf na afloop van de proefperiode een helder beeld. Zeventig procent van de klanten staat positief tegenover de stilteplekken, 27 procent is neutraal en slechts 3 procent reageert negatief: zij willen kunnen blaten waar en wanneer hen dat uitkomt.
Uit de resultaten bleek verder dat de zichtbaarheid van de aanduiding wel opvallender dient te zijn dan nu, willen er niet te veel mensen ’fout’ in de trein terechtkomen. „De pictogrammen zijn op zichzelf wel duidelijk genoeg, maar veel bellers zagen ze toch over het hoofd”, zegt Jet van de Kar, treinformulemanager bij het spoorwegbedrijf. Komende maanden zal bij de inrichting van de intercitycoupés waar het bel- en kwekverbod gaat gelden met grote cartoons extra aandacht worden gevraagd voor het fenomeen.
Die extra nadruk moet de bellende reiziger erop attent maken dat hij beter elders kan gaan zitten -zonder dat hij dat overigens op mag vatten als vrijbrief om er daar dan maar ongelimiteerd op los te kunnen brullen- en geeft de reiziger die een overtreding meemaakt gemakkelijker de gelegenheid om de dader op zijn fout te wijzen, zonder dat die al te zeer onder druk wordt gezet.
Extra agressie in de treinen vanwege de handhaving van de fatsoensregel werd door de proef niet aangetoond, en wordt ook voor de toekomst niet verwacht, zegt Van de Kar. Opvallend is wel dat van de conducteurs slechts 30 procent van harte achter het idee staat en 70 procent neutraal is. „De opvoeding van de reiziger zal zich ook nog wel wat verder moeten ontwikkelen”, meent Van de Kar.
TNO onderzocht voor de NS of het plaatsen van stoorzenders voor mobieltjes in bepaalde delen van de trein ook een optie zou zijn. Dat mag echter wettelijk nog niet, zegt de treinformulemanager. Ook een test waarbij de coupé als ”kooi van Faraday” werd uitgerust, zorgde niet voor een afdoende technische oplossing. Van de Kar: „Op dat moment werkt ook alle apparatuur van de conducteur niet meer, terwijl hij die met het oog op veiligheid en service hard nodig heeft. Maar we blijven de techniek op dit gebied nauwlettend volgen.”
Vanaf begin 2004 zullen alle intercity’s de stiltezones hebben. Het gaat dan om 20 procent van het intercitymaterieelpark, dat iets minder dan de helft van alle treinen omvat. Wel maken de intercity’s bijna tweederde van alle treinkilometers. Dat veel meer mensen -dan 20 procent- zich uitspraken voor rust, wil niet zeggen dat er ook gelijk zo veel stille plekken zouden moeten komen. „Mensen moeten niet verplicht worden in een stiltezone plaats te nemen. Als blijkt dat er in de praktijk toch veel meer behoefte aan is, kunnen we het aantal plaatsen waar het stil moet zijn gemakkelijk en snel uitbreiden.”