Mannen met helmen en blauwe overalls maken de dienst uit in het Regeringskwartier. Gewapend met stofzuigers en ander schoonmaaktuig trekken ze systematisch van vertrek naar vertrek. De circa 160 werklui zijn sinds augustus vorig jaar de eerste linie in de wederopbouw van het bestuurlijk hart van Noorwegen.

Planken in raamkozijnen en doeken rond gevels herinneren aan het geweld van 22 juli 2011. Voor de deur van de burelen van de Noorse premier en het ministerie van Justitie (H-gebouw) ontploft om 15:25:22 uur een bomauto, die daar door Anders Behring Breivik naartoe is gereden. Acht mensen komen om, 200 raken er gewond. Zes belangrijke regeringsgebouwen, met duizenden werkplekken, worden beschadigd.

Kort na de aanslag gaat het zogenoemde R5-gebouw, met meerdere ministeries, alweer open. Ook het hooggerechtshof wordt snel hersteld.

Tweeduizend ambtenaren werken een jaar later op noodlocaties in de Noorse hoofdstad, zonder snel uitzicht op verbetering. „De opruim- en schoonmaakoperatie zal niet klaar zijn voor zomer 2013”, stelde minister Rigmor Aasrud van Vernieuwing en Bestuur afgelopen week. Zij is ook verantwoordelijk voor de wederopbouw. „Pas rond kerst dit jaar kunnen we echt bepalen of we slopen en nieuw bouwen of herstellen.”

Geen van de ministeries hoeft tegen de vlakte, de dragende constructies zijn niet aangetast. Nieuwbouw schept volgens de bewindsvrouw wel kansen voor efficiënter werken en voor lager energieverbruik. Met herstel blijft kenmerkende architectuur, zoals het H-gebouw uit 1958 met versiersels van Pablo Picasso, bewaard.

Van de 1000 kunstwerken uit het Regeringskwartier is 15 procent beschadigd. Een schilderij van een jongen op een boot van Christian Krohg uit 1892, geschatte waarde een miljoen euro, is hersteld. 47 andere werken staan op een wachtlijst.

Het Regeringskwartier zelf durft voorzichtig meer te geven. Een eerste deel van de omheining van 3,6 meter hoog is op 6 juli weggehaald. Voetgangers en fietsers mogen een centrale straat na bijna een jaar opnieuw gebruiken. In augustus volgt een tweede deel. Het zijn kleine stappen naar herstel van de typisch openheid van voor 22 juli 2011, maar auto’s mogen er niet meer in.