Wageningen droomt van groene haven
WAGENINGEN – Zware industrie bepaalt het aanzien van de Wageningse Rijnhaven. Pas daarachter bevinden zich de jachthaven en het recreatieve deel. De hoop dat het ooit andersom wordt, leeft nog steeds.
„Dit is de oudste uitbreiding van het middeleeuwse centrum”, zegt Bert Lotz, inwoner van Wageningen. Hij staat voor zijn monumentale woning, in de Havenstraat. Lotz is verguld met het stekje op loopafstand van het centrum, de groene uiterwaarden en de haven. „Vooral de bedrijvigheid in het havengebied vind ik mooi.”
Een haven met een industrieel gedeelte dat doorloopt tot aan de bebouwde kom; dat was al snel de praktijk nadat de Wageningse haven in 1717 werd opgeleverd. Al lang daarvoor, in 1549, gaf keizer Karel V de stadsraad toestemming voor de aanleg van „eene nieuwe en gerieffelyke haven, zullende wt den Rhijn-stroom gegraven worden tot aen de herbergh op den dijk, zeer na by de Stad.”
Vele jaren gebeurde er niets, totdat de Grebbedijk na een breuk in 1711 verhoogd en verzwaard moest worden. Voor de dijk lagen de strang –de oude bedding van de Rijn en inmiddels een dode rivierarm– en daarachter een boomgaard. Deze boomgaard uitgraven om zo de dijk te verzwaren, zou betekenen dat men „bijnae de have voor niet soude gegraeven krijgen”, staat in een bewaard gebleven geschrift. IJlings besloot de stadsraad dat te doen en de strang te verdiepen. Zo ontstonden de oorspronkelijke havenkom en het kanaal.
Prijskaartje
Rond die kom, vlak buiten de stad, ontstond al snel bedrijvigheid. Toen er in 1954 de jachthaven werd geopend resteerde daarvoor alleen een plek achter het door de jaren heen fors gegroeide industrieterrein, ver van het centrum van de stad.„Het verplaatsen van die twee, zodat niet de industriehaven maar de jachthaven het beeld van het havengebied bepaalt; dat is de droom van elke Wageninger”, zegt wethouder Hoefsloot (GroenLinks) in zijn werkkamer. „Ook die van de politiek. Maar de industrie verplaatsen, betekent hoe dan ook: eerst de jachthaven dempen. Alleen daaraan hangt al een prijskaartje van 50 tot 70 miljoen euro, schat ik zo.”
De groene droom werd voor het eerst verwoord in ”De voortuin van Wageningen”; een ambitieuze blauwdruk voor het havengebied, in 2002 opgesteld in opdracht van het toenmalige college van CDA, GroenLinks en VVD. Het bestemmingsplan Havengebied 2002, dat het huidige college van D66, GroenLinks en PvdA op dit moment actualiseert, komt echter neer op het opnieuw vastleggen van de geldende rechten van de huidige bedrijven rond de haven, waaronder EBC Beton en veevoederbedrijf Rijnvallei.
„We maken een pas op de plaats”, beaamt Hoefsloot. „maar daarmee is niet gezegd dat het college helemaal stilzit. De haven op een bepaalde manier verzelfstandigen, is iets waarover we wel eens nadenken. Het is uiteindelijk wel een hele regio die van de haven profiteert. Een model waarbij de lasten niet alleen voor rekening van Wageningen komen, zou niet onlogisch zijn.”
Asfaltcentrale
Lotz is blij dat het bestemmingsplan wordt geactualiseerd. Aandacht vraagt hij voor de mogelijke geluidsoverlast vanuit de haven. „Naast de betoncentrale op het terrein van EBC stond vroeger een asfaltcentrale. In 2009 is die installatie vanwege de vele overlast verplaatst naar Doetinchem. Helaas is de komst van een nieuwe lawaaimaker niet helemaal uitgesloten. In het nieuwe conceptplan valt onze straat nog steeds in de zone waarbinnen door bedrijven 50 decibel aan lawaai mag worden geproduceerd.”
Zo’n 1800 schepen doen jaarlijks de haven aan, vertelt Schier Hameete, havenmeester sinds 1996, voordat hij op de dienstfiets stapt naar het hoofdgebouw van Rijnhaven om daar de planning door te nemen. „Daar zitten ook koppelverbanden bij, schepen van 100 meter met een voorstuk van nog eens 88 meter. De gemiddelde overslag schommelt al jaren rond de 1,5 miljoen ton per jaar.”
Of de Wageningse droom de bedrijven rond de haven nerveus maakt? Hameete, grijnzend: „Mij niet bekend.”
In de Havenstraat zegt Lotz te hopen dat Wageningen zich ooit nog eens zal spiegelen aan steden zoals Arnhem, Rotterdam en Nijmegen. „Daar is rond de haven een prachtig concept ontwikkeld voor wonen, recreatie en industrie. Ook wij hebben goud in handen met de Rijn.”
Van oost naar west langs het water. Vandaag deel 4 in een serie.