’Veel daklozen zitten hulpeloos tussen kastje en muur’
Veel muren, talloze kastjes en schotten die steeds hoger worden. Een bekend probleem waar het Leger des Heils in haar dak– en thuislozenzorg mee blijft kampen. Intussen leven door onder meer de economische recessie steeds meer mensen op straat. Zogeheten veldwerkers doen er alles aan om deze groep te helpen, maar ook zij botsen op de bureaucratie.
Dat blijkt maandag uit het onderzoek Veldwerk van het Trimbos–instituut in opdracht van het Leger des Heils. Veel dak– en thuislozen kennen de weg naar hulpinstellingen, maar er is nog altijd een grote groep voor wie reguliere hulp onbereikbaar is. „Ze zijn dakloos, verslaafd, hebben psychische problemen, lichamelijke klachten en schulden. Juist de verschillende regels op die terreinen zitten elkaar dwars. Deze mensen hebben al veel loketten gezien", aldus luitenant–kolonel C. Voorham, directeur van de stichting Leger des Heils Welzijns– en Gezondheidszorg.
De resultaten van het onderzoek kwamen maandag tijdens de presentatie van het jaarverslag 2002 van het Leger des Heils naar buiten. Bij het onderzoek werd gekeken naar veldwerkers in Rotterdam en Utrecht. Het Leger des Heils heeft ook nog vergelijkbare projecten in Zwolle, Amsterdam en op Schiphol. De hulpverleners zoeken de hulpbehoevende dak– en thuislozen op straat op en bieden praktische hulp. Ze dienen als brug naar instanties.
Ook de omvang van het aantal dak– en thuislozen maakt het veldwerkers moeilijk om contacten te onderhouden. Sommige gemeenten hanteren bovendien een opjaagbeleid, dat met name verslaafden uit elkaar drijft. Het kost hulpverleners dan vaak moeite om mensen weer op te sporen.
Hoewel veel mensen uiteindelijk contact krijgen met de reguliere hulpverlening, lukt het volgens het Trimbos–instituut vaak niet om de uiteindelijk benodigde zorg te krijgen en het contact te onderhouden. De instanties verwachten te veel initiatief van de dak– en thuislozen, blijkt uit het onderzoek. Aangezien in de reguliere zorg hiervoor geen goede oplossing is, moet worden gekeken naar uitbreiding van het aantal veldwerkers. Zij kunnen volgens de onderzoekers de gaten in de zorg opvullen. Dat is ook het streven van het Leger des Heils, maar daarvoor is extra geld nodig, liet Voorham maandag weten.
Uit het jaarverslag blijkt dat het aantal mensen dat op straat leeft steeds meer toeneemt. In 2002 deden 24.068 dak– en thuislozen een beroep op het Leger des Heils. Een jaar daarvoor waren dat er nog 22.568. De stichting schat dat in totaal 70.000 mensen in Nederland geen vast woon– of verblijfplaats hebben. Jaarlijks komen er volgens Voorham ongeveer 20.000 nieuwe dak– en thuislozen bij. Vooral het aantal vrouwen en allochtonen neemt toe.
„Natuurlijk stromen er ook mensen uit, maar dat wordt minder", stelt de directeur. Zij wijt dat vooral aan weinig betaalbare huurhuizen op de woningmarkt en de toename van schulden doordat mensen steeds meer worden verleid een lening aan te gaan. In de toekomst richt het Leger des Heils zich dan ook meer op preventie en nazorg om te voorkomen dat er meer mensen op straat komen te staan.
De veldwerkers erkennen dat hun hulp af en toe als een speld in een hooiberg is. Toch vermindert dat hun motivatie niet. „Het geeft veel voldoening als we zelfs maar één iemand hebben kunnen helpen. Daar kunnen we soms wel een heel jaar op teren", aldus René Loch van Veldwerk Rotterdam.