Oud-RPF-partijvoorzitter aan het roer
DRIEL a/b Opstapper 1 – Behendig koerst de schipper z’n pont naar de steiger. Adam van den Berg. Ooit aan het roer van de RPF, nu in de stuurhut van het voetveer tussen Driel en Oosterbeek.
De Nederrijn bij Driel kabbelt vandaag rustig voort. Drie groene boeien dobberen op het vrijwel rimpelloze water bij het sluis- en stuwcomplex Driel. Vrachtschepen, kajuitbootjes en plezierjachtjes varen voorbij.
De Nederrijn vormt de natuurlijke scheiding tussen de Veluwe en de Betuwe. „De mooiste plek van Nederland”, zegt Van den Berg (71) uit Doetinchem, terwijl hij het roer omgooit. De pont –”max. 75 personen”– verbindt beide streken.
Voetgangers, fietsers en bromfietsers maken dagelijks gebruik van het Drielse Veer. Een voetganger betaalt 0,60 euro, een fietser 0,75. Een fietskar een kwartje extra.
De pont is niet rendabel. Alleen dankzij subsidie van Renkum en Neder-Betuwe, een provinciaal verenfonds en het Doorwerth College kan het veer in de vaart blijven.
Elke dinsdag en donderdag staat Van den Berg in de zomerperiode achter het stuur van de Opstapper 1. Een lang, smal stalen pontje, met z’n pakweg vijftig jaar redelijk op leeftijd. De traanplaat op het dek is uitgesleten onder de vele passanten.
Een vlag wappert op het achterdek. De Opstapper oogt dankzij een verjongingskeur nog aardig vitaal. Het bejaarde bootje vaart op zonne-energie. Op de zinken overkapping liggen 32 zonnepanelen. „Bij somber weer komen we de dag net door.”
De zware dieselmotor is vervangen door een licht elektromotortje. „Amper 20 pk.” Het is oppassen geblazen. „Als de accu’s nog 10 procent van hun vermogen hebben, moet je als een haas naar de steiger om op te laden.
Van den Berg geniet. „Koffie?” De gepensioneerde schipper pakt een fluitketel, draait aan het roer, giet heet water in een kopje en stuurt zijn pont behendig de bocht door. Alles tegelijk.
De vitale veerman kijkt terug op een veelkleurige loopbaan. Van den Berg heeft zijn sporen verdiend in de politiek. Als raadslid voor RPF/SGP in Nieuwegein, later als fractievoorzitter voor RPF/GPV in de Staten van Utrecht.
Jarenlang heeft hij als partijvoorzitter leiding gegeven aan de RPF. Van den Berg heeft geprobeerd de drie christelijke kleintjes bijeen te brengen. Een zwaar proces. „De GPV’ers waren bestuurlijke tijgers”, verzucht hij. „Echte rakkers.” Hij glimt. „De verloving van RPF en GPV, als opmaat van de fusie tot CU, was een hoogtepunt.” De SGP deed niet mee. „Jammer. Misschien komen ze ooit nog eens bij elkaar.”
Van den Berg sluit het hek van de reling, gooit de trossen los, geeft gas en koerst naar de overkant. Behoedzaam, om het eilandje voor het sluiscomplex heen. „Je moet altijd opletten. Zo veel vermogen heeft zo’n elektromotortje niet. Als er veel wind staat, waai je zo weg.”
De stuw staat vandaag een stukje open. Het donkere rivierwater stroomt met een snelheid van 7 km/uur voorbij. „Ik moet hoog opvaren om op de goede plek aan de overkant uit te komen.”
Rijkswaterstaat regelt met de stuwen in de Neder-Rijn, een aftakking van de Waal, de waterstand op de IJssel en Neder-Rijn. „Als we het water hier niet tegenhouden, droogt de IJssel zo op.”
Dat een oud-RPF-partijvoorzitter nu op een pont te vinden is, lijkt onlogischer dan het is. „Ik ben zeeman van huisuit”, zegt Van den Berg. Vanaf 1957 heeft hij vijf jaar lang als matroos en leerling-stuurman gevaren op de grote handelsvaart, tot aan zijn militaire dienst.
Vervolgens heeft hij vier jaar lang gewerkt bij de politie te water in Zeeland. „Schipper op een politieboot.” Uiteindelijk is hij overgestapt naar Rijkswaterstaat, als hoofd Scheepvaartdienst. „Rijkshavenmeester heette dat toen.”
Het varen zit hem in de genen. Hij rommelt in zijn tas. „Kijk, ik heb alle papieren nog.” Hij toont zijn ”Seafarer Medical Certificate”, een geneeskundige verklaring. „Ik word elk jaar gekeurd.” Van den Berg beschikt over een groot vaarbewijs, noodzakelijk voor het veer. Aan boord zet de schipper zich in voor Jobstap, een re-integratieproject voor Wajongers en Wia’ers. „Meestal vaart er een matroos mee.” Vandaag moet hij echter alles zelf doen.
De veerman ligt er niet wakker van. „Het mooie van het werk is dat je hele dag op het water bent. Prachtig. Ik geniet van de weidsheid van het water en de wisselingen van het weer. Bovendien moet je toch in beweging blijven?”
Ook het contact met mensen trekt hem. „In de vakantie varen toeristen vaak even heen en weer. Dat is onze minicruise.”
rd.nl/langsderivier voor eerdere aflevering(en) en meer foto’s.