Optimistisch Rabobank denkt bodem te hebben bereikt
Overtuigend is het allemaal nog niet, maar Rabobank ziet het economisch klimaat langzaam maar zeker aantrekken. „Het lijkt erop dat we de bodem van de daling hebben bereikt", durfde Rabobank–topman B. Heemskerk maandag te voorspellen. Vooral aantrekkende effectenbeurzen en verbeterde resultaten van verzekeraars en banken stemden hem positief.
Mede op basis van die inschatting waagde Heemskerk zich bovendien aan een winstvoorspelling. Onder de streep denkt hij dit jaar duidelijk meer winst over te houden dan in 2002. „Ten minste 8 procent", stelde Heemskerk bij de toelichting op de cijfers.
Dat is in lijn met de eerste zes maanden. Rabobank boekte het afgelopen halfjaar een nettowinst van 748 miljoen euro. Dat was 8 procent meer dan in dezelfde periode van 2002. „En dat in een periode met de oorlog in Irak, de uitbraak van SARS en een recessie in Nederland en Duitsland", benadrukte de bestuursvoorzitter, die in december overkwam van Van Lanschot.
Het operationele resultaat van de bank steeg met 7 procent tot 1,57 miljard euro. De banken die bij het bedrijf zijn aangesloten verbeterden hun resultaat met 16 procent. Ze profiteerden onder meer van de lage hypotheekrente. Die zette klanten aan tot het oversluiten van hun lopende lening. In totaal incasseerde Rabobank daardoor 80 miljoen euro aan boeterente waarvan 25 miljoen direct aan de winst werd toegevoegd. Bij de verzekeringstak steeg het resultaat met 20 procent. Vooral de schadeverzekeringen deden het beter.
De aanbevelingen van de commissie–Tabaksblat kregen bijval van Heemskerk. Hij liet niet na om te benadrukken dat in de coöperatieve structuur van zijn instelling de aangesloten banken al veel meer te zeggen hebben over de onderneming dan de aandeelhouders van een beursgenoteerde bank. „We lopen op sommige punten al vooruit op de code", aldus de Rabo–topman.
Rabobank heeft geen notering aan de effectenbeurs en hoeft zich daarom niet aan de nieuwe regels voor de verbetering van het ondernemingsbestuur te houden. Desondanks omschreef Heemskerk zich als „zeer belangstellend". „We zijn een van de grootste werkgevers van Nederland, we worden ook kritisch gevolgd", stelde hij.
Heemskerk bekritiseerde de hoeveelheid regels die de commissie heeft opgesteld. „We zijn in Nederland meer gewend aan een aantal principes waar we naar kunnen handelen. Tabaksblat heeft juist veel meer exacte regels opgesteld", luidde zijn grootste bezwaar. Ook de regel over de maximale ontslagpremie van een jaarsalaris zit Heemskerk dwars. „Jonge bestuurders zullen het moeilijker hebben na hun vertrek gezin en have goed te onderhouden", stelde hij. Ook de termijn van vier jaar voor een bestuurder en de maximale bonus hekelde hij.