De VN moet zorgen voor de vorming van een wettige, gekozen Iraakse regering die alle groepen in de Iraakse samenleving vertegenwoordigt en niet onder invloed van de bezettingsmacht staat, aldus de verklaring. De Wereldraad herhaalt zijn standpunt dat de oorlog in Irak een immorele „daad van agressie" was, die indruist tegen het internationaal recht.

De verklaring hekelt besluiten van de VN–Veiligheidsraad na de oorlog in Irak die geen rem zetten op de duur van de bezetting en de Verenigde Staten en Groot–Brittannië het wettige bestuur in handen geven. De bezetters mogen hun militaire macht niet misbruiken om militaire bases voor eigen gebruik in Irak te vestigen en te profiteren van de wederopbouw en de export van grondstoffen, vindt de Wereldraad, een verband van 342 orthodoxe, anglicaanse en protestantse kerken in de wereld.

De verklaring veroordeelt verder de recente aanslagen in Irak en toont zich bezorgd over de „wetteloosheid en onveiligheid" in het land. De Wereldraad vreest dat de oorlog en de bezetting leiden tot verslechtering van de relaties tussen moslims en christenen, de haat jegens het Westen verergeren en daardoor het succes van „extremistische ideologieën" bevorderen.

De VS en Groot–Brittannië zijn verplicht tot herstelbetalingen aan het Iraakse volk om de schade die hun „onwettige gebruik van militair geweld" heeft aangericht, te compenseren, vindt de Wereldraad. Verder roept de verklaring op tot kwijtschelding van de buitenlandse schuld die Irak onder het regime van Saddam Hussein heeft opgebouwd.