„Mladic dreigde iedereen te doden”
DEN HAAG (ANP) – Ratko Mladic dreigde voor de Srebrenica-genocide al iedereen in de Oost-Bosnische enclaves te doden. Dit verklaarde David Harland dinsdag als tweede getuige in het proces tegen de voormalige Bosnisch-Servische legerleider voor het Joegoslavië-Tribunaal.
Harland was tijdens de oorlog officier bij de VN-vredesmacht Unprofor in Sarajevo en had in die hoedanigheid van 1993 tot 1995 een twintigtal vergaderingen met Mladic. De generaal was een keer boos dat de moslims weigerden een groep Servische krijgsgevangenen vrij te laten. Mladic dreigde volgens hem toen iedereen in Srebrenica, Zepa en Gorazde te doden, „met uitzondering van de kinderen”.
Volgens Harland paste dat in het patroon van Mladic’ gedrag tijdens vergaderingen: eerst zat hij rustig naar zijn gesprekspartners te luisteren en maakte hij wat aantekeningen. Vervolgens nam hij het woord, vaak agressief en met nauwelijks verhulde dreigementen aan het adres van de Bosnische moslims en van de Verenigde Naties. De betogen van de generaal waren vaak doorspekt met historische uitweidingen over de geschiedenis van de Balkan. Het ging in zijn redevoeringen geregeld om „logisch niet goed met elkaar verbonden punten”.
Volgens Harland had de generaal zijn manschappen „volledig onder zijn controle”. Die vuurden dagelijks gemiddeld 1000 granaten en andere zware projectielen af op Sarajevo. Meer dan de helft van die vaak lukrake beschietingen hadden volgens de Nieuw-Zeelander geen duidelijk militair doel, maar waren slechts bedoeld om de burgerbevolking in de Bosnische hoofdstad te terroriseren.