Volgens de aanklager in Arnhem is Z. schuldig aan moord en twee pogingen tot doodslag. Eerder veroordeelde de rechtbank Z. tot 20 jaar cel na een eis van 22 jaar. Zowel de rechtbank als het OM beschouwde toen het raken van de omstanders als pogingen tot moord.

Z. stelt dat hij uit angst handelde. De Hagenaar zou in 2004 op Curaçao samen met anderen een aanslag op hem hebben gepleegd en daarvoor nooit vervolgd zijn. Z. was bang dat de man de klus een keer zou afmaken. Toen hij op het Arnhemse feest oog in oog met de Hagenaar kwam, werd hij overmand door angst. Z. ging in hoger beroep omdat de rechtbank daar volgens hem niet genoeg rekening mee heeft gehouden. Volgens de advocaat kan moord ook niet bewezen worden, omdat Z. in een opwelling zou hebben gehandeld.

Volgens het OM handelde Z. duidelijk volgens een plan: hij wist dat zijn oude rivaal kwam, regelde een wapen, bestudeerde zijn doelwit een tijdje en schoot toen zijn wapen op hem leeg. Een vrouw werd daarbij in haar voet geraakt en een man in de buurt van de Hagenaar in zijn borst. Ook na de schietpartij vertoonde Z. volgens getuigen geen spoor van paniek.

Het gerechtshof doet uitspraak op 24 juli.