De OESO verwacht dat de werkloosheid in de 34 lidstaten eind 2013 uitkomt op gemiddeld 7,7 procent van de beroepsbevolking. Dat betekent dat er op dat moment circa 48 miljoen werklozen zijn in de betreffende landen. In mei bedroeg de werkloosheid in de OESO-landen 7,9 procent. Om de werkgelegenheid op het peil van voor de economische crisis te krijgen, moeten ongeveer 14 miljoen banen worden gecreëerd.

De problemen op de arbeidsmarkt raken vooral jongeren en mensen met een lage opleiding. Overheden moeten daarom al het mogelijke doen om de banengroei te stimuleren en te investeren in opleiding en ontwikkeling van jonge mensen, stelde OESO-secretaris-generaal Angel Gurría.

Door de aanhoudende economische problemen loopt ook de langdurige werkloosheid sterk op. Volgens de OESO zit inmiddels een op de drie werklozen langer dan een jaar zonder baan. In Europa geldt dit zelfs voor bijna de helft van de werklozen.

Het aantal mensen dat langer dan 2 jaar werkloos is, is sinds 2007 met 2,6 miljoen opgelopen, tot 7,8 miljoen eind 2011. De OESO waarschuwt dat die groep een groot risico loopt op armoede en sociale uitsluiting en spoort overheden aan hun problemen aan te pakken.

Om te zorgen dat mensen het contact met de arbeidsmarkt niet verliezen, moeten de uitgaven aan de hulp bij het vinden van een baan op peil blijven en waar mogelijk worden uitgebreid, aldus de denktank. Daarnaast kunnen werkgevers met subsidies worden overgehaald mensen in dienst te nemen.