Ontdekt
Jesaja 25:7
„En Hij zal op deze berg verslinden het bewindsel des aangezichts, waarmee alle volken bewonden zijn, en het deksel, waarmee alle naties bedekt zijn.”
„U ziet geen gestalte noch begeerlijkheid in Christus: als wij Hem aanzagen, zo was er geen gestalte, dat wij Hem zouden begeerd hebben” (Jesaja 53:2). „De natuurlijke mens begrijpt niet de dingen die van de Geest Gods zijn; want zij zijn hem dwaasheid, en hij kan ze niet verstaan, omdat zij geestelijk onderscheiden worden” (1 Korinthe 2:14).
Wie neemt het bewindsel weg? De Heere der heirscharen. Hij, Die de maaltijd maakt, is Dezelfde Die het bewindsel verslindt! Het is een werk Gods die bedekking weg te nemen. Wij kunnen met u twisten tot middernacht, en met u spreken over uw zonde en ellende. Wij kunnen al de lieflijkste woorden uit de Bijbel tevoorschijn brengen, om u aan te tonen dat Christus schoner is dan de kinderen van de mensen. Nochtans zult u heengaan en zeggen: „Wij zien geen schoonheid in Hem.”
Maar God kan het bewindsel wegnemen. Soms doet Hij het in een ogenblik, soms langzaam. Dan wordt Christus openbaar en dierbaar. Er is geen van u zo diep verzonken in zonde en wereldsgezindheid, zo onverstandig en vreesachtig in de dingen van God, of uw hart kan overwonnen worden door de blik op een onbedekte Zaligmaker. Laat ons deze belofte de Heere opdragen: „Hij zal op deze berg het bewindsel des aangezichts van al het volk verslinden en het bedeksel dat over alle natiën is.”
R. M. M’Cheyne, predikant te Dundee (”Laatste verzameling”, 1862)