In eerste instantie trekt Californië 2,6 miljard dollar (2,1 miljard euro) uit voor het project. Daarmee verzekert de staat zich van een bijdrage van 3,2 miljard dollar (2,6 miljard euro) van de federale overheid. De aanleg van hogesnelheidslijnen is een speerpunt van president Barack Obama. Hij heeft daarvoor de medewerking van de individuele staten nodig.

De snelle treinverbinding is omstreden. Voorstanders benadrukten dat de aanleg werkgelegenheid oplevert en snelle treinen een goed en milieuvriendelijk alternatief voor de auto of het vliegtuig zijn. Tegenstanders hekelden het besluit vanwege de hoge kosten (68 miljard dollar, omgerekend 55 miljard euro).

Het eerste gedeelte van de lijn wordt gebouwd tussen Madera en Bakersfield, twee plaatsen die tussen de metropolen San Francisco en Los Angeles in liggen. Critici vrezen dat de financiering van de rest van de lijn niet rond zal komen en het daardoor een trein „van niks naar nergens” zal worden. De Republikeinen in de Senaat stemden tegen het project. De Democraten, die de meerderheid hebben, stemden er voor.