Zuid-Sudan wacht nog lange weg naar opbouw
JUBA – „Als jullie je niet gedragen, sturen we je naar de gevangenis. Dan kun je maandag niet de straat op om onze onafhankelijkheid te vieren.”
Moses (26) gaat gelijk zitten en houdt zijn mond dicht. Hij zit samen met honderden jongeren klaar in Juba, de hoofdstad, voor opnames van de eerste Zuid-Sudanese talentenjacht.
De presentator probeert het uitzinnige publiek rustig te houden en wijst naar de rij soldaten voor het podium. Veel jongeren proberen op het podium te klimmen om hun favoriete deelnemer even aan te kunnen raken.
„Moet je eens kijken”, zegt Moses als hij een betere zitplaats gevonden heeft en over het grote theater uitkijkt. „We zijn van over de hele wereld teruggekomen naar ons nieuwe land. En nu zitten we hier samen als Zuid-Sudanezen naar muziek te luisteren. Dat had ik nooit kunnen bedenken.”
Moses was zes jaar toen zijn ouders naar Congo vluchtten. Het gezin liet alle bezittingen achter in hun woonplaats Yei. Ze keerden terug naar Zuid-Sudan na dertien jaren in vluchtelingenkampen gewoond te hebben. „Dit zijn de plaatsen waar jongeren elkaar weer terugvinden. Waar we opnieuw beginnen.” Moses kijkt uit naar 9 juli, de dag waarop Zuid- Sudan één jaar onafhankelijkheid viert: „Het voelt alsof ik bijna jarig ben.”
Zuid-Sudanezen begonnen de afgelopen jaren aan een exodus naar de grond waar zij, of hun ouders, waren geboren. Ze vertrokken uit Sudan, Afrikaanse buurlanden, Israël, de Verenigde Staten of Europa. Onder hen zijn vele duizenden jongeren: meer dan 70 procent van de bevolking in Zuid-Sudan is nu onder de dertig jaar.
De zusjes Betty (25) en Djosita (19) zijn heel dicht bij het podium gaan zitten. Ze hebben grote papieren meegenomen met de naam van hun favoriete zanger. Hun ouders stuurden hen op jonge leeftijd weg uit Juba toen daar hevige gevechten uitbraken. Djosita keerde vorig jaar terug uit Khartoem, de hoofdstad van Sudan. Betty is net teruggekomen uit Uganda en vertelt honderduit. Djosita is niet zo spraakzaam. Zij heeft jarenlang alleen maar Arabisch gesproken in Khartoem en moet nu Engels leren, de officiële voertaal van Zuid-Sudan.
Er staan jongeren grote uitdagingen te wachten in het tweede onafhankelijke jaar van Zuid-Sudan, zegt Francis Barson Yusa. De provinciale minister van Jeugd en Cultuur wijst op de groeiende werkeloosheid en begrotingstekorten in Juba en omstreken. Daarbij, zo vertelt hij, is de Zuid-Sudanese cultuur door decennia van oorlog verwoest. „Jongeren moeten die nu weer gaan herstellen en dat is niet gemakkelijk. Ze komen elk met heel verschillende bagage terug naar hun land.”
Yusa zegt dat velen van hen uit Khartoem komen. „Daar zijn ze heel lang als tweederangsburger behandeld. Anderen komen net terug uit Europa en moeten er bijvoorbeeld aan wennen dat we hier niet altijd elektriciteit hebben. Toch dragen ze nu samen de verantwoordelijkheid om het land op te bouwen.”
De deken van de All Saintskathedraal in Juba ziet het gedeelde christelijk geloof als een kans om jongeren dichter bij elkaar te brengen. Fraser Yugu Elias zegt dat veel nieuwe jongeren naar zijn kerk zijn gekomen de afgelopen jaren. „We houden nog steeds diensten in het Arabisch. Dat komt mede doordat er zo veel mensen terugkomen uit Sudan naar Juba.”
Jongeren die zondag besluiten naar de dienst te gaan, kunnen hoog bezoek verwachten. Desmond Tutu, de beroemde gepensioneerde aartsbisschop van Kaapstad, zal de episcopale kerk bezoeken in de aanloop naar de viering van de onafhankelijkheid.
Ondanks de financiële crisis heeft de overheid meer dan 4 miljoen euro uitgetrokken om maandag in heel Zuid-Sudan feest te kunnen vieren. Juba wordt grondig schoongemaakt en veiligheidsmaatregelen zijn verder aangescherpt. Grote stromen mensen moeten maandag veilig naar kerken, pleinen en feesttenten worden begeleid.
De presentator van Talent Search sluit de show af. Hij zegt dat samen muziek maken hun land zal helpen met de wederopbouw. De overenthousiaste jongeren hebben weinig aandacht meer voor zijn woorden.