Bloedbad bij aanslag in Najaf
Minstens 82 mensen zijn vrijdag omgekomen bij een aanslag met een autobom bij de Ali-moskee in Najaf, in Zuid-Irak. De Amerikaanse nieuwszender CNN noemde vrijdagavond al een dodental van 124. Onder hen is de prominente sjiitische geestelijke ayatollah Mohammed Baqir al-Hakim. Bij een basis van de Britse troepen in Basra in Zuid-Irak deed zich vrijdagavond ook een explosie voor. Voorzover bekend vielen daar geen slachtoffers.
De autobom in Najaf ontplofte terwijl duizenden mensen na het middaggebed de moskee verlieten. Al-Hakim had daar volgens ooggetuigen net een preek gehouden waarin hij opriep tot Iraakse eenheid en Arabische hulp bij de wederopbouw van Irak.
Op de plaats waar de bom ontplofte gaapte een gat van 1,5 meter breed. Uren na de aanslag was het nog steeds een chaos in Najaf. Mensen schreeuwden uit woede en verdriet, trokken lichamen en lichaamsdelen uit de smeulende resten van winkels tegenover de moskee en zochten naar vrienden en verwanten. „Zelfs de Amerikanen hebben ons niet zo erg gebombardeerd”, jammerde een vrouw.
De omgekomen geestelijke zal als leider van de Opperste Raad voor de Islamitische Revolutie in Irak (Sciri) mogelijk opgevolgd worden door zijn broer. Een vertegenwoordiger van de sjiitische beweging zei dit vrijdag vanuit Teheran. Mohammed Baqr’s broer, Abdul Aziz al-Haim, is de ’tweede man’ van Sciri, en heeft namens de beweging zitting in de Iraakse Regeringsraad. Ook hij staat een gematigde lijn voor ten opzichte van de Amerikaanse aanwezigheid in Irak.
Onder de sjiieten, de grootste bevolkingsgroep in Irak, woedt sinds de val van Saddam Hussein een machtsstrijd tussen de oudere garde, vertegenwoordigd door Al-Hakim en zijn familie, en de jonge geestelijke Muqtada al-Sadr en diens aanhangers. Of de aanslag hier iets mee te maken heeft is onduidelijk. Familieleden van Al-Hakim schrijven de aanslag toe aan Saddam-getrouwen, die zo schade zouden willen toebrengen aan de betrekkingen tussen sjiieten en soennieten.
Er waren vrijdag geen geallieerde soldaten in de buurt van de moskee, volgens een woordvoerder van het Pentagon uit respect. Sjiitische leiders hebben de Amerikanen gevraagd uit de buurt te blijven. Voorzover bekend is er in Najaf alleen een handjevol Spaanse soldaten.
De Amerikaanse bewindvoerder in Irak, Paul Bremer, heeft de aanslag veroordeeld. Volgens Bremer blijkt eruit dat „de vijanden van het nieuwe Irak voor niets terugschrikken”.
De sjiieten vormen de meerderheid in Irak en werden onder Saddam Hussein onderdrukt. Najaf is voor sjiieten een heilige stad. Imam Ali, die er begraven ligt, was de schoonzoon van de profeet Mohammed en volgens de sjiieten diens opvolger. Vorig weekeinde ontplofte een bom bij het huis van een familielid van Al-Hakim, Mohammed Saeed al-Hakim. Bij die aanslag kwamen drie lijfwachten om het leven.
Bij het Iraakse hoofdkwartier van de Britse troepen in Basra deed zich vrijdagavond een explosie voor. Volgens de Britten betrof het een kleine ontploffing. Volgens ooggetuigen raakten zeker twee auto’s beschadigd. De explosie was bij de hoofdingang van het Britse kamp, op ongeveer 100 meter van een paleis van de verdreven dictator Hussein.