Verdwenen Rubens- tapijten in Boijmans
Een wandtapijt naar Peter Paul Rubens, thuis bij een wijnboer in Bourgondië. Conservator Friso Lammertse van Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam kon zijn ogen niet geloven toen hij het kunstwerk zag. Zijn oren evenmin, toen de wijnboer ook nog losjes mompelde: „Bij mijn schoonzus in Parijs hangt er ook nog een.”
De twee kunstwerken, in 1850 geveild als onderdeel van een collectie van de in 1848 afgezette Franse koning Louis Philippe en na een laatste vermelding in 1930 buiten het vizier van de kunstwereld geraakt, maken in Boijmans deel uit van de expositie van en over een serie wandtapijten die Rubens ontwierp. De centrale figuur van de reeks is Achilles, de wrede held uit Homerus’ Ilias. De tentoonstelling ”Rubens, Het leven van Achilles” is vanaf zaterdag te bezoeken.
Behalve de van her en der geleende wandtapijten zelf, zijn de kleine olieverven te zien die Rubens als eerste opzet maakte. Daarnaast worden de zogenaamde modelli, de veel grotere schilderijen die de Vlaamse kunstenaar met zijn medewerkers als volgende stap op weg naar een wandtapijt vervaardigde, getoond. De laatste voorbereidende stap waren de zogenoemde kartons, die door specialisten op dat gebied weer naar de modelli werden geschilderd, maar dan op het formaat van het uiteindelijke wandtapijt.
De kartons werden vervolgens onder de weefgetouwen gelegd en gekopieerd. Omdat de voorkant van het tapijt op de getouwen naar de bodem lag en de wever als het ware aan de achterkant werkte, moest Rubens gespiegeld ontwerpen. De opstelling van de schetsen in olieverf, de modelli en de wandtapijten in Boijmans is zodanig dat het hele proces in één oogopslag te zien is. Door nadere bestudering zijn de verschillen te ontdekken die per stap werden aangebracht. De kartons ontbreken, ze zijn zoekgeraakt.
De expositie in Rotterdam duurt tot en met 16 november en gaat daarna naar het Prado in Madrid, dat druk aan de samenstelling heeft meegewerkt.