WTO onderzoekt bio- en suikerbeleid EU
Ruim anderhalve week voor het begin van de grote ministersconferentie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in het Mexicaanse Cancun hebben enkele grote lidstaten de onderlinge verhoudingen op scherp gezet.
De WTO maakte vrijdag bekend dat een geschillencommissie onderzoek zal verrichten naar het suiker- en biotechnologiebeleid van de Europese Unie. Dit gebeurt op verzoek van Australië, Thailand, Brazilië, de Verenigde Staten, Canada en Argentinië, die menen dat de EU internationale handelsregels overtreedt. De Europese Commissie bestrijdt dit.
Het meest controversieel is het biotechnologiebeleid van de EU. Vooral de VS zijn erop gebrand om hun met biotechnologie ontwikkelde transgene voedsel, onder meer maïs en soja, op de Europese markt af te zetten. De EU houdt dit voedsel nu buiten de deur door er veel beperkingen aan te stellen, uit angst voor de volksgezondheid.
De EU is inmiddels een soepeler beleid voor genetisch gemodificeerde organismen (gmo’s) overeengekomen, maar dit is nog niet voldoende voor de Amerikanen. Zelfs president Bush heeft zich met de kwestie bemoeid. De VS worden gesteund door Canada en Argentinië, die ook geen moeite hebben met genvoedsel.
Australië, Brazilië en Thailand zijn de grootste tegenstanders van de Europese bevoordeling van de eigen suikerindustrie. De EU, ’s werelds grootste suikerexporteur, zou op illegale wijze voor miljarden aan subsidies verstrekken. De klagers begeven zich met de WTO-klacht op glad ijs, omdat binnen de Wereldhandelsorganisatie momenteel wordt onderhandeld over liberalisering van de landbouwsector. Ook de afbouw van subsidies staat op het programma. Veel lidstaten hopen op dit terrein in Cancun nogal wat vooruitgang te boeken.
De EU sloeg vrijdag meteen terug door om een WTO-oordeel te vragen voor Australische importrestricties voor onder meer appels, wortels, tomaten en varkensvlees. Deze agrarische producten moeten volgens Australische regels eerst in quarantaine voordat ze het land in mogen.
De WTO-onderzoeken kunnen negen maanden gaan duren. De handelsorganisatie kan de EU dwingen haar beleid aan te passen, in het uiterste geval via sancties.