Lichaam Arafat opgegraven voor onderzoek
JERUZALEM (ANP/RTR) – Het lichaam van de Palestijnse leider Yasser Arafat wordt opgegraven om te onderzoeken of hij is vergiftigd met het radioactieve element polonium. De Palestijnse autoriteiten hebben daar woensdag toestemming voor gegeven. Een datum werd nog niet genoemd.
De Palestijnse Autoriteit gaat in op een verzoek van Arafats weduwe na onthullingen van de Arabische nieuwszender al-Jazeera dinsdag. De zender liet spullen van Arafat onderzoeken om de doodsoorzaak van de in 2004 overleden leider te onderzoeken. Het Radiofysisch Instituut van het academisch ziekenhuis van Lausanne in Zwitserland ontdekte „een onverklaarde verhoogde hoeveelheid niet-natuurlijk polonium-210.”
Volgens al-Jazeera was Arafat in goede gezondheid, tot hij op 12 oktober 2004 plotseling ziek werd. Hij werd overgebracht naar Parijs, waar hij op 11 november overleed. Volgens de zender had Arafat in de weken voor zijn dood last van ernstige diarree, gewichtsverlies en braakneigingen. Dat zijn dezelfde symptomen die het bekendste slachtoffer van poloniumvergiftiging had, de Russische ex-spion Aleksander Litvinenko. Hij stierf in 2006.
Zowel al-Jazeera als de weduwe van Arafat zei niet wie er achter de mogelijke vergiftiging van Arafat zou kunnen zitten. Palestijnen hebben eerder naar Israël gewezen. Het voormalige hoofd van de Israëlische veiligheidsdienst Shin Bet sprak woensdag opnieuw elke betrokkenheid bij de dood van de Palestijnse leider tegen.
Over de doodsoorzaak van Arafat doen al jaren de wildste geruchten de ronde. Als verklaringen zijn onder meer aids en andere ziektes genoemd. Ook vergiftiging met polonium is eerder geopperd.
Arafat leidde de Palestijnse onafhankelijkheidsbeweging PLO. Van 1996 tot zijn dood was hij president van de Palestijnse gebieden. Arafat en de Israëlische leiders Yitzhak Rabin en Shimon Peres kregen in 1994 gezamenlijk de Nobelprijs voor de Vrede.
Arafats lichaam ligt in een mausoleum in de stad Ramallah op de Westelijke Jordaanoever.