„En de Heere der heirscharen zal op deze berg alle volken een vette maaltijd maken, een maaltijd van reine wijn, van vet vol mergs, van reine wijnen, die gezuiverd zijn.”

In Jezus is brood genoeg en ook nog over. Hij kwam, opdat wij het leven mochten hebben, ja zelfs overvloediger mochten hebben.

Er is een feestmaaltijd in de gekruisigde Jezus. Zijn dood in de plaats van zondaars is genoeg –meer dan genoeg– tot verzoening van onze zonden. Zijn dood is niet alleen gelijk aan mijn dood, maar hij verheerlijkt God en Zijn heilige wet is meer, dan dat ik honderd doden geleden had. „Troost, troost mijn volk, u hebt van de hand des Heeren dubbel ontvangen voor al uw zonden.”

Zijn gehoorzaamheid in de plaats van zondaars is genoeg, en meer dan genoeg, om onze naaktheid te bedekken. Zij is niet slechts gelijk aan mijn gehoorzaamheid, maar zij verheerlijkt God meer dan wanneer ik nooit gezondigd had.

Zijn kleed bedekt niet alleen de naakte ziel, maar bedekt van het hoofd tot de voeten. Christus alleen verschijnt, en de ziel is geborgen.

Zijn Geest is niet alleen genoeg, maar meer dan genoeg, om ons heilig te maken. Er is een bron in Christus. Er zijn stromen van genade die wij nooit leeg kunnen drinken. Christenen, zoek uw voedsel meer bij Christus. „Eet, vrienden! Drinkt, ja, drinkt overvloedig, geliefden!” Wanneer u genodigd bent op een feest, kunt u uw gastheer geen grotere belediging aandoen, dan wanneer u uzelf vergenoegt met een kruimeltje dat onder de tafel is gevallen!

R. M. M’Cheyne, predikant te Dundee (”Laatste verzameling”, 1862)