De premier zei dat hij zou zijn afgetreden als de beschuldigingen in de media juist zijn dat zijn regering het Irak-dossier heeft gemanipuleerd om een sterkere zaak voor een oorlog tegen Saddam Hussein te hebben.

De door Lord Hutton geleide commissie onderzoekt of de regering verwijtbaar heeft gehandeld in de affaire-Kelly, die eindigde met de zelfmoord van de wapendeskundige nadat diens naam was uitgelekt als bron van een BBC-verhaal dat de regering het Irak-dossier had aangedikt met onbetrouwbare informatie.

Blair ontkende dat met het dossier, dat in de aanloop naar de oorlog in Irak ook door de Amerikaanse regering werd aangehaald, zou zijn geknoeid. Ook voor de meest omstreden beschuldiging in het dossier, dat Saddam Hussein binnen 45 minuten chemische en biologische wapens kon inzetten, was betrouwbaar bewijs van de inlichtingendiensten voorhanden, aldus Blair.

Eerder deze week verdedigden ook minister van Buitenlandse Zaken Geoff Hoon en de voorzitter van de gezamenlijke inlichtingencommissie, John Scarlett, het Irak-dossier van de regering. Zij ontkenden net als Blair dat Kelly opzettelijk in het nauw is gebracht.

In het verhoor van Hoon woensdag werd duidelijk dat zijn persvoorlichter betrokken is geweest bij het lekken van de naam van Kelly als bron van het BBC-verhaal. Blair zei de volledige verantwoordelijkheid op zich te nemen voor het naar buiten komen van de identiteit van Kelly, die zich daardoor dermate in het nauw gebracht voelde dat hij zelfmoord pleegde.

Blair, die ongeveer twee uur ondervraagd werd door de commissie, legde de schuld voor de dood van Kelly voor een groot deel bij de BBC. Volgens de premier heeft de omroep door het naar buiten brengen van een onjuist verhaal waarin Blairs geloofwaardigheid in sterke mate in twijfel werd getrokken, Kelly als bron in grote problemen gebracht. De vraag of de BBC Kelly juist heeft geciteerd wordt nog onderzocht.

Scarlett, die nauw betrokken was bij het opstellen van het Irak-rapport van de Britse veiligheidsdienst, ontkende dinsdag dat hij door de regering onder druk is gezet om belastende informatie over Irak naar buiten te brengen. Hij zei dat de inlichtingendiensten zich konden vinden in de informatie die de regering in de maanden voor de oorlog in Irak naar buiten bracht over de aanwezigheid van massavernietigingswapens in Irak, al ontkende hij niet dat er discussie is geweest over de stellige bewoording van de verklaring daarover van premier Tony Blair in het parlement.

Ongeveer honderd demonstranten protesteerden donderdag buiten de Royal Courts of Justice in het hart van Londen tegen de oorlog in Irak. Ze droegen spandoeken waarop zij Blair afschilderden als leugenaar en misdadiger. Tijdens het verhoor was in de commissiezaal hun luidruchtige protest te horen.

Blair is pas de tweede premier in de Britse geschiedenis die als getuige voor een gerechtelijke commissie moet verschijnen. John Major moest eerder getuigen over wapenleveranties aan Irak in 1994.

Later donderdag verscheen ook BBC-directeur Gavyn Davies voor de commissie-Hutton. Hij zei zich te hebben verbaasd over alle ophef rond het BBC-programma. Hij beschouwde de gewraakte reportage als „een routineklus.” De eis van Downing Street dat de BBC de aantijgingen in de reportage zou intrekken, legde de BBC-directeur naast zich neer. Dat zou volgens Davies de onafhankelijkheid van de omroep in gevaar hebben gebracht.