Het betekent dat de economie nu werkelijk op gang lijkt te komen, na een groei van slechts 1,4 procent in het eerste kwartaal van dit jaar en in het laatste kwartaal van vorig jaar. De groeicijfers leidden in eerste instantie tot koersstijgingen op de Amerikaanse effectenbeurs. Dit optimisme onder de aandelenhandelaren verdween echter snel.

Belangrijke impulsen voor de economie kwamen van overheid, bedrijfsleven en consument. De defensie-uitgaven stegen in het tweede kwartaal met 45,9 procent. Dit is de sterkste stijging sinds de Korea-oorlog in 1951. De uitgaven hadden vooral te maken met de Amerikaanse invasie van Irak.

Investeringen van het bedrijfsleven stegen met 8 procent, vooral in de sectoren kapitaalgoederen en bedrijfssoftware. De consumptieve uitgaven stegen met 3,8 procent. Dat consumenten meer uitgeven, komt vooral door belastingverlagingen en de lage rente. Het bedrijfsleven werd verrast door deze groei, met als gevolg dat bedrijfsvoorraden beduidend afnamen. Het aanvullen ervan betekent een extra impuls voor de economie.

Het creëert hopelijk banen, want op het gebied van de werkloosheid was het nieuws donderdag minder positief. Het aantal aanvragen voor werkloosheidssteun steeg vorige week volgens het ministerie voor Werkgelegenheid met 3000 tot 394.000. „Dit is het zwakke punt van onze economie op het moment. Het geheel komt duidelijk weer op gang, maar die ontwikkeling levert nog geen banen op en dat is zorgelijk. Misschien dat ook hier verandering in komt als de economie in het derde en vierde kwartaal voldoende blijft groeien”, aldus analist Jim Glassman van investeringsbank J. P. Morgan.

Zonder bijzondere tegenslagen verwacht Glassman voor de tweede helft van dit jaar een groei van de economie met 5 procent van het bnp.