Zeeuw en Fries lager opgeleid
GRONINGEN – Kinderen in Zeeland en Friesland krijgen minder opleiding dan ze aankunnen, omdat deze provincies geen eigen universiteit hebben. Universiteiten in andere provincies zitten te ver weg.
Dat bevestigde dr. Hester de Boer van het Instituut voor Onderzoek van Onderwijs van de Rijksuniversiteit Groningen maandagmorgen desgevraagd. Ze onderzocht de intelligentie en de schoolprestaties van ruim 10.000 leerlingen van middelbare scholen.
De Boer ontdekte dat kinderen in Zeeland, Drenthe, Flevoland en Friesland niet minder intelligent zijn dan die in andere provincies. Toch blijven de schoolprestaties van kinderen in Zeeland en Friesland achter bij het landelijke beeld. Volgens De Boer zijn Zeeuwse en Friese ouders minder ambitieus bij de schoolkeuze van hun kind, terwijl ouders in Flevoland en Drenthe net zo ambitieus zijn als ouders in provincies waar wel een universiteit is.
De Boer ziet een verband tussen de lagere ambities van de ouders en de lagere prestaties van Friese (op taalgebied) en Zeeuwse (rekenen) kinderen. „De conclusie is dat het talent van leerlingen in provincies zonder universiteit niet even goed benut wordt als dat van leerlingen in provincies met een universiteit.”
Dat kinderen in Drenthe en Flevoland geen opleidingsachterstand opbouwen, schrijft De Boer toe aan het feit dat de universiteiten vanuit deze provincies beter bereikbaar zijn.
De Boer deed haar onderzoek voor het Friese culturele jaarboek De Vrije Fries. De redactie ervan had een themanummer gemaakt over de voormalige universiteit van Franeker, die in 1811 werd opgeheven.