Grímsson kreeg 52,8 procent van de stemmen. Hij had kiezers overtuigd dat zijn politieke ervaring nodig is om het land uit de kredietcrisis te helpen. Rivaal Arnórsdóttir werd tweede met 33,2 procent, waar ze erg blij mee was. „Een waardevolle ervaring. Natuurlijk had ik gehoopt te winnen, maar om een derde van de stemmen te krijgen is geweldig.” De andere kandidaten kregen minder dan 10 procent van de stemmen.

De socialist Grímsson (69) regeert IJsland sinds 1996, nadat hij een tijd minister van Financiën was. Hij is tegen het EU-lidmaatschap van zijn land, dat de centrumlinkse regering in 2009 heeft aangevraagd. Grímsson vreest dat IJsland dan soevereiniteit verliest. Hij blokkeerde tweemaal de terugbetaling van 1,6 miljard euro die Nederland had voorgeschoten na het faillissement van de online bank Icesave van het IJslandse Landsbanki.

De voormalige universiteitsprofessor Grímsson had eerder kritiek gekregen, omdat hij goed bevriend was met grote bankiers die het land in een kredietcrisis stortten. Hij had in januari gezegd dat hij zich niet meer herkiesbaar stelde. Maar na een petitie van een vijfde van de inwoners veranderde hij van mening. Sindsdien nam hij in de opiniepeilingen de leiding over van Arnánsdóttir, die haar campagne in mei even onderbrak voor een bevalling.

Zaterdag mochten circa 236.000 van de 320.000 IJslanders hun stem uitbrengen. In de lente 2013 volgen parlementsverkiezingen.

IJsland heeft vijf presidenten gehad sinds de onafhankelijkheid van Denemarken in 1944. Drie van hen dienden vier ambtstermijnen.