Met Kobia staat voor het eerst in de 55-jarige geschiedenis een Afrikaan aan het hoofd van de Wereldraad, een verband van 342 orthodoxe, anglicaanse en protestantse kerken in de wereld. Het bestuur verkoos Kobia boven de enige andere kandidaat, de Noorse lutherse predikant Trond Bakkevig. Van de 134 aanwezige bestuursleden stemden 78 voor Kobia en 52 voor Bakkevig. Vier leden onthielden zich van stemming.

Dr. Samuel Kobia (1947), predikant in de Methodistenkerk van Kenia, is al jaren staflid van de wereldraad in het hoofdkwartier in Genève. Van 1993 tot 1999 was hij directeur van de afdeling voor gerechtigheid, vrede en milieuzaken. Hij bekleedt nu de functie van directeur en speciaal vertegenwoordiger voor Afrika. Kobia was van 1987 tot 1993 secretaris-generaal van de Raad van Kerken in Kenia. Eerder (van 1984 tot 1991) was hij voorzitter van de commissie van het succesvolle wereldraadprogramma ter bestrijding van racisme.

Kobia wordt „een teamspeler met grote gaven” genoemd, iemand met „een enorme oecumenische betrokkenheid”, aldus Michiel Hardon, de Nederlandse financiële man bij de Wereldraad van Kerken. Volgens ds. G. Boer, hoofd buitenland van de kerkelijke hulporganisatie Kerkinactie, heeft hij „een diepgeworteld gevoel voor het belang van de mensen aan de onderkant van de samenleving.”

Dr. G. J. van Butselaar, de vroegere algemeen secretaris van de Nederlandse Zendingsraad, noemt Kobia een visionair man die iets heeft van de Afrikaanse voornaamheid. „Hij imponeert door z’n vriendelijkheid en nederigheid, maar is niet bang z’n mond open te doen. Zo blonk Kobia als secretaris-generaal van de Raad van Kerken in Kenia uit door moedigheid”, zegt Van Butselaar, die al jaren goed met hem is bevriend. „Kobia durfde destijds kritiek te leveren op toenmalig president Daniel arap Moi. Hij was de stem van de gerechtigheid in Kenia. Af en toe werd zelfs voor zijn leven gevreesd.”

Volgens Van Butselaar is Kobia goed ingevoerd in de oecumene en komt hij, zoals alle grote secretarissen-generaal van de wereldraad, uit de „zendingsstal.” „Het voordeel van dergelijke leiders is dat ze het oog richten op de grote wereld, niet alleen op de kerk.”

De eenheid van de Wereldraad van Kerken heeft voor Kobia hoge prioriteit. „We hebben innerlijke kracht nodig, die kracht ligt in onze eensgezindheid”, zei Kobia donderdag in zijn aanvaardingsrede. Hij begon zijn rede met een loftuiting aan het adres van een speciale commissie van de Wereldraad die voorstellen heeft gedaan om tegemoet te komen aan de ergernis van de oosters-orthodoxe lidkerken. Die stoorden zich al jaren aan de ’westerse’ agenda van de Wereldraad, aan de nadruk op maatschappelijke kwesties, en aan de manier van besluitvorming, waardoor de orthodoxe stem ondergesneeuwd raakte. Kobia: „Het is de eerste taak van de Wereldraad om de lidkerken tot zichtbare eenheid op te roepen.”