Dat is zondagavond van een zegsman van het ICC in Den Haag vernomen. Er is de afgelopen weken druk onderhandeld. Het conflict draaide om de Australische ICC-juriste Melinda Taylor, een van de toegewezen advocaten van Saif al-Islam Kaddafi, de zoon van de vorig jaar gedode „Gids van de Revolutie”. Taylor zou de Libische staatsveiligheid in gevaar hebben gebracht tijdens een bezoek aan haar cliënt, die sinds november wordt vastgehouden door een clan in de bergstad Zintan. Het was de eerste keer dat medewerkers van het Strafhof werden opgepakt.

Een juridische bron in Libië zei enkele dagen nadat de vier waren opgepakt, dat ze nog zeker 45 dagen in preventieve hechtenis zouden zitten in afwachting van een onderzoek tegen hen. Onder anderen minister Uri Rosenthal van Buitenlandse Zaken heeft Libië gevraagd zich in te spannen voor de vrijlating van de ICC-medewerkers. Behalve om Taylor gaat het om een oud-ambassadeur van Rusland in Nederland, Aleksandr Chodakov, een Libanese tolk en een Spaanse advocaat.

Op verzoek van toenmalig hoofdaanklager Luis Moreno Ocampo vaardigden ICC-rechters vorig jaar een arrestatiebevel uit tegen Muammar Kaddafi, zijn zoon Saif al-Islam en een baas van de geheime dienst. Zij worden verdacht van misdaden tegen de menselijkheid, zoals moord tijdens het neerslaan van de opstand van de Arabische Lente.