Verslag Berlijnreis stichting Vox Humana: update
BERLIJN – De stichting Vox Humana is vrijdagochtend naar Berlijn vertrokken voor een orgelreis. Op deze plaats een verslag door Harry Koning in woord en beeld.
Zaterdag: Op stap met Wolfgang Seifen
Een wat regenachtig begin van de zaterdag in Berlijn. Eerst maar een update doormailen naar de krant en dan per bus van oost naar west. Om 10.00 uur zijn we in de Kaiser-Wilhelm-Gedächniskirche. Een fascinerend gebouw van architect Egon Eiermann met de blauwe ramen van Gabriel Loire naar voorbeeld van Chartres. Al weer acht jaar is Wolfgang Seifen titulair organist, een onbezoldigde erebaan. Hij oogt relaxed en zet met gevoel voor humor de opmaat voor vandaag met een korte uitleg over kerk en orgel.
De West-Berlijnse (zo wordt er kennelijk nog altijd gesproken in Berlijn) firma Schuke bouwde een neoklassiek vierklaviers orgel naar ontwerp van Eiermann. Hoed af om in deze orgelkast maar liefst 63 registers inclusief Chamades te herbergen! In 2005 volgde wat herstelwerk, intonatiecorrecties en het toevoegen van een Gamba en Céleste.
Professor Seifen improviseert louter. Dat heeft voor- en nadelen, blijkt deze dag. Als docent in improvisatie en kerkelijk orgelspel aan de Universiteit van de Kunsten beheerst hij het improviseren tot in de puntjes. Met het grootste gemak kan hij hiermee optimaal een orgel in al zijn facetten laten horen. Wij horen een Preludium, Adagio en Fuga en twee koraalwerken in barokstijl. Alles is glashelder, hier en daar spuckt het er vrolijk op los, het pedaal geeft een stevig fundament en de mixturen zijn fris maar nooit schreeuwend. Mooi! Een Suite Française laat de andere, meer romantische kant van het orgel zien. Grondstemmen, de fluiten met een knipoog naar Widors Achste, vulstemmen à la Cochereau, de nieuwe Gamba en Céleste blijken zeer waardevol in een effectieve zwelkast. Tot slot een zinderende Final, die uitmondt in ons Wilhelmus. Orgel en organist halen werkelijk alles uit de kast en de harten van de deelnemers zijn onmiddellijk veroverd!
Per bus gaan we terug naar Oost en gelukkig schijnt inmiddels de zon. Op weg naar een ‘Gehimtipp’, de Berlijnse Hofkirche Ss. Corpus Christi. Een onopvallende neogotische katholieke kerk uit 1920 met een ruime akoestiek. Geldgebrek als gevolg van de Eerste Wereldoorlog was wellicht de oorzaak dat niet Sauer, maar Steinmeyer de opdracht kreeg. Die leverde in 1925 een drieklaviers orgel van zestig registers, klokkenspel en vijf transmissie’s, totaal 66 registers. In het concept zijn er nog eens vijf voorbereid. Het was een prestigeproject, en de kwaliteit is zeldzaam hoog. Helaas is het orgel vandaag de dag in slechte staat. Zeker twaalf registers zijn helemaal niet bruikbaar. Met kleine reparaties en een nieuwe windmotor blijft het orgel bespeelbaar voor de zondag. Een algemene restauratie wacht (zie www.corpus-christi-berlin.de/Steinmeyer-Orgel/index.html ).
Seifen windt er geen doekjes om: „Voor mij is dit het mooiste orgel van Berlijn. Het is een paradepaardje in klank en kwaliteit. De speeltafel is organisch en perfect te bedienen. De intonatie is helemaal op deze ruimte afgestemd en er is helemaal niets veranderd aan de klank. De klank is stevig en vol, maar Immer seriös, ein Kolorit!” De dispositie herbergt de ideeën van Schweitzer en Rupp. „Ik speelde hier tien jaar geleden toen het nog goed functioneerde de Bachwerken uit de tweede Peetersband in de editie van Straube. Perfect!”
Wat volgt is een Fantasie en fuga in Duits-romantische stijl en een symfonie voor orgel naar Frans model. De klank valt onmiddellijk in de smaak bij de deelnemers. Het is dikker en vetter dan Sauer en indringend van toon. Wellicht iets te groot voor de ruimte. Seifen tovert met kleuren en crescendi en altijd is er pit en vaart. Een vakman! Een donkerbruin grommend pedaal en krachtige tongwerken. Ontstemmingen zijn niet van de lucht, tonen blijven hangen en toch inspireert het bijzonder. Qua idioom is het van alles wat. Schumann, Reger, Dupré, Vierne samengesmeed tot Seifen.
Een kleine maar. In de beperking toont zich de meester. Vandaag moest vooral de vorm dat garanderen, anders leidt het onherroepelijk tot overmaat. Sommigen spreken al van een Seifen Stunde!
Voldaan met indrukken, ontmoetingen, opnames en cd’s stappen we op de bus richting Nederland. Op naar de volgende excursie van de stichting Vox Humana!
Vrijdag: Berlijnse kleurendoos imponeert
De stichting Vox Humana gaat voor de elfde keer op reis. Per touringcar voor de tweede keer naar Duitsland en wel naar de hoofdstad Berlijn. Zo’n veertig deelnemers genieten van de bijna 775 jaar oude stad. Berlin Mitte is een openluchtmuseum waar je de bewogen historie ziet en voelt.
In de vroege avond worden we in de grootste kerk van de stad welkom geheten door Andreas Sieling. Sinds 2005 is hij Domorganist van een uniek, vrijwel origineel orgel. Bijzonder als je bedenkt dat het bijna tien jaar nauwelijks een dak boven z’n hoofd heeft gehad, om maar te zwijgen van de willekeur van smaak van organist(en).
Het orgel is een unicum dus. Ook vanwege de grootte en de aanleg. Het vierde klavier fungeert als Fernwerk, fluisterzacht. Dit orgel leent zich bij uitstek voor composities met twee zwelwerken, zoals bijvoorbeeld Regers Opus 73.
Het Wilhelm Sauerorgel in de Berlijnse Dom is niet luid, wel krachtig en voornaam. Het klankconcept van Sauer is volledig gericht op klankkleuren en dynamische verschillen, in feite een enorme kleurendoos. Sieling: „Het gaat om het kleuren als een schilder. De combinatie van registers geeft steeds volstrekt nieuwe klanken. De klank doet denken aan een Duits symfonisch orkest zoals de Staatskapelle.” Klank laat zich altijd moeilijk omschrijven, het zingt, bij tijd en wijle zeer intiem, maar het schreeuwt nooit, hoewel het zeker present is in de enorme ruimte.
Prachtig hoe de speeltafel boven rust en orde ademt. De pneumatiek vraagt om een rustige benadering. Ik herinner me hoe de Keulse Domorganist Winfried Bönig het eens karakteriseerde als het moeilijkst bespeelbare orgel van Duitsland. Sieling beaamt dat. „Door de pneumatiek is de toon er vaak niet direct. Ik voel me letterlijk een dirigent, in een orkest zijn alle inzetten ook niet altijd gelijk.”
Andreas Sieling laat prachtige dingen horen, zoals de enorm zachte Aeoline van het vierde klavier, een schitterende doorslaande Clarinette in Muffats Passacaglia. In Tournemires koraalimprovisatie over het Paaslied ”Vitimae Paschali” horen we de Vox Humana die Sauer altijd voorzag van een eigen tremulant en zwelkst. Apart.
Boven op het ruime orgelbalkon demonstreert de Domorganist nog een kenmerkend element van het orgel: de registerwals. Een naadloos crescendo is hier mogelijk! Tot slot op verzoek van de groep nog een toegift. Smeltend mooi klinkt Bachs Air in D uit diens orkestsuite in een bewerking van Karg-Elert. Atemberaumend!
Tijd om na te praten met een goed glas Weizen en op naar morgen. Schlafen Sie ruhig!