Middelbare scholieren leren steeds vaker Chinees
Grieks of Latijn leren op de middelbare school? Kies dan liever voor Chinees, daar heb je tenminste iets aan. Of toch niet?
China wint terrein in Nederland. Ook in de onderwijswereld. De opleiding sinologie van Universiteit Leiden floreert. Middelbare scholen bieden steeds vaker de mogelijkheid om Mandarijn, de standaardtaal van China, te leren. Er is een pilot aan de gang die uit moet wijzen of Chinees een eindexamenvak kan worden. En in Leiden volgde afgelopen jaar voor het eerst een groepje studenten de lerarenopleiding Chinees.
Het is niet toevallig dat juist Universiteit Leiden met een lerarenopleiding komt. Vanaf 1846 was het al mogelijk om in Leiden een opleiding in de Chinese schrijftaal te volgen. Tot de onafhankelijkheid van Indonesië werden daar vooral ambtenaren opgeleid om in Indië voor het koloniale bestuur te kunnen werken.
Vanaf de late jaren zestig van de vorige eeuw kwam er naast taalonderwijs ook steeds meer aandacht voor cultuur. Studenten konden zich specialiseren in economie, filosofie, taalkunde, geschiedenis, literatuur of kunst. Ook kwamen er voor het eerst mensen uit China naar Nederland om les te geven in het Mandarijn.
„Tegenwoordig komen er jaarlijks vier docenten uit China of Taiwan naar Leiden om hier les te geven in hun moedertaal”, vertelt docent taalverwerving Zhang Yinzhi. Zelf kwam ze in 1986 naar Nederland, aanvankelijk alleen om te studeren. „Ze waren bij sinologie in die tijd net op zoek naar een docent. Ik heb gesolliciteerd en kreeg die baan.”
Zhang geeft inmiddels al twintig jaar les op Universiteit Leiden. In die tijd is de opleiding flink gegroeid. „In de jaren zeventig zaten ze nog met een klein groepje studenten op zolder in het Museum Volkenkunde”, vertelt Zhang. Dat veranderde snel, vooral toen China eind jaren zeventig de deur naar het Westen opende. „Er kwam toen zo veel animo voor de opleiding dat er zelfs studenten moesten worden geweigerd.”
Toen de Chinese regering in 1989 met geweld een einde maakte aan studentendemonstraties op het Tiananmenplein, kelderde het aantal studenten. Zhang: „Toen hadden we jaarlijks ineens weer klasjes van twintig tot dertig studenten.”
Inmiddels schommelt het aantal aanmeldingen alweer een aantal jaar rond de negentig. Opnieuw een hype? „Dan is het wel een stabiele hype”, lacht de docent. „Veel middelbare scholen tonen inmiddels ook belangstelling voor Mandarijn. Ouders denken allemaal: het is belangrijk dat mijn kind Chinees leert, want China is in opkomst.”
Er zijn steeds meer plaatsen waar Nederlanders Chinees kunnen studeren. Op de Hogeschool Zuyd in Maastricht is het sinds 1985 mogelijk om Mandarijn leren. Ook veel volksuniversiteiten en buurtcentra bieden cursussen Chinees aan. En sinds een aantal jaren zijn er dus ook middelbare scholen die Chinees in hun lespakket opnemen.
Verplicht
Omdat de vraag naar docenten Chinees toeneemt, ging afgelopen jaar in Leiden een docentenopleiding van start. Elf studenten volgden de eenjarige master. Gwendolynn Docter is een van hen. Toen ze haar studie Chinees in Leiden in 2011 had afgerond, vond ze een baan op Wolfert Tweetalig, een Rotterdamse school voor havo en vwo.
Op Wolfert Tweetalig is Chinees in de onderbouw een verplicht vak. In de vierde klas is het een keuzevak en moeten scholieren kiezen tussen economie, filosofie of Chinees. „Dat is eigenlijk geen eerlijke concurrentie”, vindt Jessica Paardekooper, die samen met Docter de sectie Chinees vormt. „Als ze Chinees konden kiezen in plaats van Frans of Duits zouden ze allemaal voor Chinees gaan.”
De kinderen vinden het geweldig om de taal te leren, vertelt Docter. „Vorige week heb ik hen op de computer Chinees leren typen door middel van pinyin, het alfabetische transcriptiesysteem. Een van de leerlingen vroeg op een gegeven moment: Mag ik ook iets in het Chinees op Facebook zetten? Het was de laatste schoolweek, dus ik liet hen maar even hun gang gaan. Toen begonnen de leerlingen heel enthousiast op internet berichtjes naar elkaar te sturen. Er ontstonden allemaal gesprekjes, in het Chinees. Zo leuk!”
„Dat China een opkomend land is, kan de leerlingen uiteindelijk niet zo veel schelen”, denkt Paardekooper. „Ze vinden het vooral cool om zo’n vreemde taal te leren. In het Duits of Frans zouden ze nooit dingen op Facebook neerzetten, maar in het Chinees doen ze het.”
In het begin vinden de leerlingen het geweldig om karakters te schrijven, aldus Docter. „Maar al snel zie je dat ze het spreken leuker gaan vinden, vooral als ze merken dat ze zich op een gegeven moment in het Chinees voor kunnen stellen.” En dan nog een bijzonder detail: „Het valt me op dat kinderen met dyslexie ook prima Chinees kunnen leren. Ze hebben totaal geen moeite met karakters.”
Universitair docent Zhang vraagt zich af of scholieren veel hebben aan het Chinees dat ze op de middelbare school leren. „Als je een paar uur per week les hebt, leer je niet zo veel. Maar China is wel een land dat in de toekomst een belangrijke rol zal spelen. Het is daarom goed als westerlingen zich in het land verdiepen en bijvoorbeeld naar China gaan voor een zomercursus. Dan kunnen ze de cultuur met eigen ogen zien. In het nieuws horen we vooral over de slechte kanten van China: het communisme, de schending van mensenrechten, de beperking van de vrijheid. Die problemen zijn er zeker, maar China heeft ook mooie kanten.”
Het is daarom goed als Chinezen meer naar het Westen en westerlingen meer naar China gaan, vindt Zhang. „Dan pas kan er een dialoog op gang komen en kun je eventueel dingen veranderen. Het heeft weinig zin als je in je eigen land blijft en alleen de media napraat.”
Docter erkent dat haar leerlingen aan het eind van de middelbareschooltijd nog niet zo veel Chinees kunnen. „Het belangrijkste is dat de leerlingen dan in ieder geval weten dat er zoiets als China bestaat. Ze leren over de grenzen van Europa heen kijken.”
De docente besteedt in haar lessen dan ook regelmatig aandacht aan de Chinese cultuur. Soms komt er zomaar iets ter sprake naar aanleiding van een voorbeeldzin, maar ze ruimt er ook wel eens een lesuur voor in. „Vooral in de bovenbouw merk je dat leerlingen heel geïnteresseerd zijn en van alles over China willen weten.”
Pilot
Wolfert Tweetalig is een van de negen scholen die sinds 2010 meedoen aan een pilot van het Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing (Iclon). „In drie jaar onderzoeken we hoe haalbaar het is om Chinees als examenvak in te voeren en welk niveau leerlingen dan moeten halen”, vertelt Claire Smulders van het Iclon. „De minister van Onderwijs heeft zelf opdracht gegeven voor deze proef. In 2013 komen wij met een advies en besluit de minister of het daadwerkelijk een examenvak wordt. Als dat gebeurt kunnen scholen de cijfers die leerlingen voor Chinees halen op hun diploma’s zetten. Dan hebben studenten en docenten iets om naartoe te werken.”
Het is volgens Paardekooper nog niet eenvoudig om van Chinees een examenvak te maken. „Het onderwijsniveau verschilt nu nog sterk per school.” Ze vermoedt dat al die aandacht voor Chinees een hype is die weer overwaait. „De school waar wij werken neemt het vak heel serieus, maar veel scholen die ”iets met China” willen doen, geven alleen een cursus van tien lessen. Daar heb je niet zo veel aan. Dan kun je net ”hallo” zeggen. Als je Chinees wilt geven, moet je het goed doen.”
Ook Docter is kritisch over de toekomst van Chinees onderwijs. „Het is een leuk vak om te geven, maar of je er echt iets aan hebt moet nog blijken. Dat China een opkomend land is, zeiden ze ook al toen ik Chinees ging studeren. Iedereen dacht dat de banen voor het oprapen zouden liggen voor afgestudeerde sinologen, maar dat valt tegen. Veel medestudenten hebben helemaal geen baan gevonden of doen iets wat niets met China te maken heeft. Ook studenten die de lerarenopleiding hebben gedaan hebben nu moeite om een werkplek te vinden.”
Kleine banen
Smulders gelooft niet dat de aandacht voor China zal overwaaien. „Momenteel zijn er al 45 scholen die iets doen met Chinees en er zijn nog veel meer scholen die staan te trappelen om in de toekomst Chinees te gaan geven. In Duitsland hebben ze het vak in de jaren tachtig trouwens al ingevoerd en in Frankrijk leren middelbare scholieren zelfs al sinds 1956 Mandarijn. Als een vak al meer dan vijftig jaar bestaat, kun je toch niet meer spreken van een hype.”
En dat niet iedereen een baan vindt, is volgens Smulders altijd al zo geweest bij sinologie. „Je moet in het begin met een kleine baan genoegen nemen, of met meerdere kleine aanstellingen naast elkaar. De 45 scholen hebben hooguit een paar klassen Chinees, dus ook in het onderwijs gaat het nog niet om veel uren. Maar scholen die afgelopen jaar in de eerste klas zijn begonnen met Chinees, hebben volgend jaar ook een docent nodig voor de tweede klas, dus de banen groeien vanzelf.”
Of het beter is om Chinees te leren dan Grieks en Latijn? Dat denkt Smulders niet. „Ik zou zeggen: leer Chinees én klassieke talen. Bij Grieks en Latijn leer je over de geschiedenis van je eigen cultuur, terwijl Chinees meer op de toekomst gericht is en leerlingen kennis laat maken met het onbekende. Dat is allebei nodig bij de voorbereiding op goed wereldburgerschap.”
Of Chinees nu een hype is of niet, volgens Docter kunnen studenten beter investeren in Chinees dan in Grieks of Latijn. „Deze taal leeft in ieder geval nog. Na de kerstvakantie kwam er een leerling naar me toe. Hij was in Florence geweest en had daar een groep Chinese toeristen gezien. Daar was hij op afgestapt. Hij had gezegd: „Wo shi Helanren.” (Ik ben een Nederlander, red.) En ze verstonden hem!”