Onderzoek
Gods kinderen, die het beste met hun ziel voorhebben, zullen zich ernstig onderzoeken. Hun ziel kan noch mag geen rust hebben voordat zij weten dat zij gered zijn en dat zij deel hebben aan Gods zalige gemeenschap. Zij moeten weten in welke betrekking zij tot God en Christus staan en of zij God hun Vader mogen noemen en Christus mogen aanmerken als hun Heiland en Zaligmaker. Ja, zij willen weten of zij als zodanig met vrijmoedigheid tot God mogen naderen.Zij worden door de satan geslingerd of hun fundament toch goed gelegd is. Hetzij dat zij zich onderzoeken uit eenvoudigheid en onkunde, hetzij dat het voortspruit uit louter ongeloof waardoor zij gefolterd worden, hetzij door aanvechtingen van de satan. Die kan hen niet uit de hemel houden. Wel zal hij trachten de hemel uit hun hart te houden.
Die verkeerde handelingen in de godzaligen zijn, hoewel zij dikwijls uit een goede bedoeling voortkomen, zeer zondig en schadelijk. Zondig, omdat ze de genade Gods, die God hun heeft geschonken, verloochenen en ontkennen, omdat zij die kostelijke schat die God hun uit vrije genade heeft geschonken, zonder voldoende grond voor verdacht houden. Dat twijfelen is niet alleen zondig, maar ook schadelijk voor de ziel. De Geest van God wordt hierdoor bedroefd en in Zijn werkzaamheden gestuit. Zulke mensen brengen soms hun hele leven in droefheid en smart door.
Gerardus van Aalst, predikant te Westzaandam (Geestelijke mengelstoffen, 1758)