Soepeler ontslagrecht nog ver weg
DEN HAAG (ANP) – Invoering van een soepeler ontslagrecht, zoals VVD, CDA, D66, GroenLinks en ChristenUnie willen, is nog ver weg. Niet alleen moeten deze partijen eerst een meerderheid zien te halen bij de Tweede Kamerverkiezingen op 12 september. Het plan stuit ook op veel verzet bij de vakbeweging en moet nog worden uitgewerkt.
Dat bleek donderdag tijdens een hoorzitting in de Kamer over de plannen voor versoepeling van het ontslagrecht die de vijf partijen hebben afgesproken in het Lenteakkoord. In de Kamer en in ‘de polder’ wordt al jaren geruzied over een eenvoudiger ontslagstelsel.
Ondernemers willen dat de politiek het ontslaan van personeel makkelijker en goedkoper maakt. Ze zeggen dat gouden handdrukken en lange procedures hen afschrikken om mensen in vaste dienst te nemen. Nu zijn er nog twee routes bij ontslag: of via de kantonrechter of door een toets vooraf bij uitkeringsinstantie UWV.
VVD, CDA, D66, GroenLinks en de ChristenUnie willen deze toets afschaffen. Ook moet de ontslagvergoeding worden beperkt tot maximaal een half jaarsalaris, te gebruiken voor scholing. Nu is dat bij veel dienstjaren een veelvoud. Werkgevers worden verantwoordelijk voor het eerste half jaar van de WW.
De FNV legde donderdag in een protestactie met zand en cactussen een „sociale woestijn” aan in het partijkantoor van de VVD in Den Haag. Het verminderen van de ontslagbescherming werpt volgens de vakbeweging ons land „terug naar de tijd van het wilde Westen”, waarbij werkgevers in een „flitsontslag” lukraak van mensen afkunnen. De lagere ontslagvergoeding zou ook mensen treffen die vlak voor hun pensioen op straat komen te staan en weinig kans hebben om weer aan de bak te komen.
Maar werkgeversvoorman Benard Wientjes van VNO-NCW sprak dit tegen. „Er komt hier geen ‘hire and fire’-beleid. Dat past niet bij onze manier van denken”, zei hij. Volgens hem hechten ondernemers aan goede relaties met hun personeel en de vakbonden.
Het bedrijfsleven zit er volgens Wientjes niet op te wachten dat een „paradijs voor advocaten” ontstaat, omdat werknemers bij ontslag naar de rechter zullen stappen. Kantonrechters zeggen dat nog uitgezocht moet worden welke vergoedingen zij straks zullen toekennen bij onredelijke ontslagen.