Tsjerkepaad zoomt in op hergebruik kerken
LEEUWARDEN – Ruim 260 kerken doen deze zomer mee aan de openkerkenroute Tsjerkepaad, ongeveer evenveel als vorig jaar. Van zaterdag 7 juli tot en met 8 september zijn de kerken wekelijks (sommige om de week) geopend op zaterdagmiddag.
Ze staan allemaal in de nieuwe Tsjerkepaadgids, die zaterdag wordt gepresenteerd tijdens de opening van het openkerkenpad in Trinitas in Heerenveen.
Dit jaar is het centrale thema van Tsjerkepaad ”Kerken met een nieuwe bestemming”. Een actueel thema in een tijd waarin talloze kerken worden afgestoten. In Friesland hebben inmiddels al 200 kerken een andere bestemming gekregen, op het totaal van de kleine 800 kerken die de provincie rijk is. Dat varieert van woonhuis, expositieruimte tot bedrijfsruimte.
In de komende tien jaar worden nog eens honderd Friese kerken afgestoten, zei architectuurhistoricus en publicist Peter Karstkarel vorig jaar in het Friesch Dagblad. „We willen de problematiek positief benaderen”, licht ds. G. Groeneveld, algemeen coördinator van Tsjerkepaad, toe. „We willen mensen laten zien dat kerken opnieuw gebruikt kunnen worden.”
De Tsjerkepaadorganisatie werkt dit jaar samen met het Deltateam Friese Kerken en de Stichting Oude Friese Kerken om hergebruik onder de aandacht te brengen. Zo halen ze tien hergebruikte kerken voor het voetlicht. Onder meer de voormalig gereformeerde kerk in Oosterend uit 1902 die tegenwoordig wordt gebruikt als woning en als ruimte voor exposities en concerten, en de voormalig hervormde kerk van Jislum, die nu wordt gebruikt voor dorpsactiviteiten.
Veerkracht
Sinds eind vorig jaar helpt het Deltateam Friese Kerken kerkelijke gemeenten, wijk- en dorpsgemeenschappen met het behoud en de herbestemming van vrijkomende kerken. Het Deltateam –dat in opdracht van de provincie Friesland werkt– is het afgelopen halfjaar bij acht kerkbesturen op bezoek geweest. „De meeste hadden zich spontaan gemeld”, vertelt Jitze Tadema, lid van het Deltateam namens de provincie. „De adviesvragen wisselden sterk. Het varieert van advies bij het afstoten van een kerkgebouw tot de vraag om hulp bij het zoeken van financiële bijdragen om de kerk meerdere bestemmingen te geven en zo het gebouw steviger in de (dorps)gemeenschap te verankeren.”
Voor hergebruik van een kerk is draagvlak in een stad of dorp onmisbaar, aldus Tadema. „Daar waar het niet lukt om een gebouw een sociaal-culturele bestemming te geven, zoeken we naar andere bestemmingen, bijvoorbeeld in de woningbouw, of de commerciële sfeer.”
Inspiratieboek
In opdracht van de provincie Friesland –die Tsjerkepaad dit jaar financiert– is Karstkarel bezig om een inventarisatie te maken van 141 kerken (van de in totaal 241) die al niet meer in gebruik zijn als kerkgebouw. Hij komt na de zomer met een „inspiratieboek” van succesvolste herbestemmingen. „Dit boek kan ter inspiratie dienen voor kerkbesturen die een gebouw moeten afstoten.”
Tsjerkepaad is sinds 2004 –toen 25 kerken hun deuren openden– uitgegroeid tot een groots project met zo’n 2000 vrijwilligers en tienduizenden bezoekers. „Een deel van de bezoekers komt uit cultureelhistorische belangstelling af op de kerken. Een groter deel bestaat echter uit toevallige passanten die zien dat een kerk open is. Ook zijn er in toenemende mate mensen die een fietstocht maken en een aantal kerken uitkiezen om te bekijken.”
Vooral rooms-katholieke kerken, doopsgezinde gemeenten en kerken die bij de Protestantse Kerk in Nederland horen, doen mee. Dat komt doordat deze kerken participeren in de Friese Raad van Kerken, die mede-initiatiefnemer was van Tsjerkepaad, aldus Groeneveld.
De eerste jaren zijn er uitnodigingen verstuurd naar alle kerken die deelnemen in de Raad van Kerken. „Maar iedereen kan meedoen”, benadrukt Groeneveld. „We zien dat langzamerhand ook kerken uit andere kerkgenootschappen meedoen. Dat juichen we toe. Zo klopten een gereformeerde gemeente en een evangelische gemeente aan. Dit jaar doet voor het eerst het apostolisch genootschap uit Heerenveen mee.”