Utrecht stuurt vieze auto’s uit de stad
UTRECHT (ANP) – Het Utrechtse college wil het stadscentrum afsluiten voor vieze auto’s. In de ogen van het stadsbestuur zijn dat dieselauto’s van 8 jaar of ouder en benzinewagens die minimaal 12 jaar oud zijn. Vrachtverkeer mocht sinds 2007 niet meer in de binnenstad komen en voor bestelbussen die op diesel rijden gaat in 2013 al een beperking gelden.
Dat is de hoofdmoot van een plan, dat B en W donderdagmiddag in het Utrechtse stadhuis presenteert.
De landelijke tweedehandsautomarkt, die tot voor kort in Utrecht was gevestigd, is de laatste jaren overspoeld met aanbiedingen van oude Duitse auto’s, die in eigen land niet meer in de stadscentra mogen rijden. Dergelijke ‘bakken’ zijn voor een prikkie te koop maar heel slecht voor het milieu. Dat heeft wethouder Frits Lintmeijer van Verkeer donderdag gezegd in een toelichting op het collegeplan om de luchtkwaliteit in de stad te gaan verbeteren.
Volgens de gemeente is de luchtkwaliteit in het centrum van Utrecht slechter dan gemiddeld in de rest van het land. Door vieze auto’s, zoals de gemeente ze noemt, uit het centrum te weren moet Utrecht voor 2015 gaan voldoen aan de Europese normen voor de luchtkwaliteit in binnensteden.
Binnenstadbewoners en de Natuur- en Milieufederatie Utrecht zijn het met de gemeente eens dat er iets moet gebeuren aan de slechte lucht in de stad. De milieuorganisatie wijst op een aantal Duitse steden waar al zo’n autoverbod geldt en waar duidelijk effect daarvan te merken is. De Wijkraad Binnenstad denkt dat de enorme stroom woon-werkverkeer in Utrecht meer vervuiling veroorzaakt dan oude auto’s.
Ondernemers in het centrum wijzen naar stadsbussen op diesel, die de meeste problemen zouden veroorzaken. De ondernemers zijn erg boos dat de gemeente hen niet eerst heeft geraadpleegd over het plan, terwijl zij al jaren schone vrachtauto’s gebruiken voor hun bevoorrading.
Bovag, de ANWB en de RAI-Vereniging vinden de Utrechtse plannen erg vergaand. Bovag en Rai pleiten voor een landelijke regeling voor stadscentra, om te voorkomen dat er een ‘lappendeken van lokale regels’ ontstaat.