Volgens de raden heeft cultuureducatie een marginale plek in het basisonderwijs. Dat komt doordat het ontbreekt aan vakdocenten en groepsleerkrachten er weinig tijd, geld en kennis voor hebben.

De raden betogen daarom dat er een zogenoemd ‘referentiekader cultuureducatie’ moet komen. Dat zou een handvat moeten geven aan docenten om structureel aandacht te geven aan culturele ontwikkeling van hun leerlingen. Dat referentiekader laat zien welke kennis en vaardigheden leerlingen daarvoor nodig hebben.

Ook vinden de twee raden dat er meer deskundigheid onder docenten nodig is. Daarmee samenhangend willen de raden dat er bijvoorbeeld netwerken worden opgezet, waarbij leraren en culturele instellingen gaan samenwerken, om zo het onderwijs beter vorm te geven.

Staatssecretaris Halbe Zijlstra van Onderwijs nam het advies donderdagochtend in ontvangst.