Recensie: Passacaglia’s door Matthias Havinga
Sinds Matthias Havinga, organist van de Ronde Lutherse Kerk in Amsterdam, in 2009 het derde Internationale Orgelconcours Kotka won, heeft hij een klik met het orgel van Martti Porthan (1998) in die Finse stad.
Zijn eerste cd, die hij daar vorig jaar opnam, was gevuld met de Italiaanse concerto’s van Bach. Zijn tweede, die zaterdag 30 juni wordt gepresenteerd in de Amsterdamse Westerkerk, staat in het teken van de passacaglia.
Met bekende en onbekende passacaglia’s maakt hij een reis door de geschiedenis. De passacaglia is waarschijnlijk afgeleid van een 16e-eeuwse Spaanse dans, waarin een baslijn doorgaans eerst alleen klinkt en vervolgens herhaald wordt waarbij de boven- en middenstemmen een contrapuntische en harmonische relatie met deze basmelodie aangaan.
Bekende passacaglia’s zijn die van Reger en Buxtehude; iets minder bekend is die van Kerll. Havinga zet deze overtuigend neer op het 43 stemmen tellende instrument van de Finse bouwer, waarvoor de Silbermann uit Freiburg (Duitsland) model stond.
De waarschijnlijk beroemdste passacaglia aller tijden is die van Bach, die Havinga weergeeft in een ononderbroken plenumklank, naar het voorbeeld van zijn leermeester Jacques van Oortmerssen. Onbekend is die van Mendelssohn, die hier en daar knipoogt naar Bach. Die van Couperin is een passacaglia in een rondovorm. Welmers passacaglia uit 1965 is een atonaal stuk dat luisterinspanning vergt. Volslagen onbekend is die van Sjostakovitsj, die voor de baslijn een deel gebruikt uit de opera ”Lady Macbeth” van Mtsensk.
In het voortreffelijke Engelstalige boekje noteert Havinga van alle passacaglia’s de melodie; sommige vertonen verwantschap. Handig om bij de hand te hebben.
Passacaglia – Matthias Havinga, Porthan Organ Kotka Church, Finland; Brilliant Classics (9269); € 7,95; www.matthiashavinga.com
Matthias Havinga, orgel
Matthias Havinga, orgel
Matthias Havinga, orgel