Economie

Slecht jaar voor industriële mkb

De omstandigheden in het industriële midden- en kleinbedrijf zijn sterk verslechterd. De werkgelegenheid in de sector neemt dit jaar met naar schatting 18.800 banen af. Nog eens 60.000 arbeidsplaatsen lopen gevaar. Het dal is behalve veel dieper dan verondersteld ook aanzienlijk langer. Dat stelt ondernemersorganisatie MKB-Nederland.

Redactie economie
28 August 2003 11:03Gewijzigd op 14 November 2020 00:31
DELFT – De situatie voor kleine en middelgrote industriële bedrijven is dit jaar sterk verslechterd. Nederland telt 45.000 bedrijven in deze kleinschalige industrie met 460.000 directe arbeidsplaatsen. Vooral bedrijven in de metaal en elektrotechniek h
DELFT – De situatie voor kleine en middelgrote industriële bedrijven is dit jaar sterk verslechterd. Nederland telt 45.000 bedrijven in deze kleinschalige industrie met 460.000 directe arbeidsplaatsen. Vooral bedrijven in de metaal en elektrotechniek h

De woensdag gepresenteerde MKB-IndustrieMonitor schetst een somber beeld. Volgens het halfjaarlijkse onderzoek, opgesteld in samenwerking met onderzoeksbureau NIPO en de Rabobank, laat de helft van de bedrijven dit jaar investeringen achterwege. Een op de vijf heeft betalingsproblemen gehad, terwijl de productvernieuwing stokt.

Bovendien is het aantal bedrijven dat overweegt in het buitenland te gaan produceren in korte tijd verdrievoudigd. Voorzitter L. Hermans van MKB-Nederland: „Op zichzelf is het een logische ontwikkeling dat bedrijven daar gaan zitten waar ze het beste kunnen produceren.” P. van Schijndel, lid van de raad van bestuur van Rabobank Nederland, geeft als verklaring dat ondernemers de regelgeving „spuugzat” zijn. „Geloof maar niet dat ze zo graag in Polen zitten, behalve misschien voor vakantie.”

Toch noemt Van Schijndel de huidige situatie onvergelijkbaar met die van de jaren tachtig. „Heel grote drama’s zijn uitgebleven. Uit de cijfers spreekt de enorme flexibiliteit van ondernemers. Vaak liggen de verhoudingen in zo’n bedrijf zo goed, dat in een onderlinge afspraak al snel tot salarisverlaging wordt overgegaan. Ondernemers in het mkb kunnen zich zeer snel aanpassen aan slechte omstandigheden. Dat geeft grote overlevingskracht en flexibiliteit.”

Somber zijn ze wel, wijst het onderzoek uit. Dat geldt voor de stemming van de helft van de ondernemers in het industriële mkb. De andere helft verwacht binnen een jaar te groeien. Een kwestie van een glas dat halfleeg of halfvol is, maar hoe dan ook heeft het vertrouwen het laagste peil bereikt van de vijf afgelopen jaren.

Voor het eerst is het mogelijk de conditie van het Nederlandse industriële mkb in één cijfer uit te drukken. De zogenoemde MKB-IndustrieIndex vloeit voort uit een weging van de vier individuele factoren omzet, winstgevendheid, investeringen en werkgelegenheid. Bij de bovengrens van honderd verwachten alle ondernemers groei, bij de ondergrens van nul is de treurnis peilloos diep.

Om een vergelijking met voorgaande jaren mogelijk te maken, is de index vanaf 1999 berekend. Het getal 50,6 voor 2003 betekent een achteruitgang ten opzichte van de 54,0 voor 2002. Voor 2001 noteert de index 64,5. De twee jaren daarvoor waren nog beter, te weten 71,4 voor 2000 en 68,3 voor 1999. Toch trekt Van Schijndel uit de cijfers een voorzichtig positieve conclusie: „De toestand is niet florissant, maar de bodem lijkt te zijn bereikt.”

Verontrustend vindt Hermans echter het gegeven dat de vernieuwing stokt bij industriële mkb’ers. „Traditioneel zijn we goed op het gebied van de kenniseconomie. Maar er doemt een nieuw soort ’hollanditis’ op. We kunnen geen kennis omzetten in nieuwe producten.”

De IndustrieMonitor signaleert dat het aantal innoverende mkb’ers de afgelopen vijf jaar is gehalveerd. Alle tekenen in het onderzoek wijzen in de verkeerde richting: minder samenwerking tussen bedrijven, minder samenwerking met kennisinstituten, minder nieuwe producten. „Een ontwikkeling die alle alarmbellen zou moeten doen rinkelen.” Hermans zet de waarschuwing kracht bij: „Als dit juist in het mkb het geval is, is er meer aan de hand dan een klein probleem.”

Nederland telt 45.000 bedrijven in de kleinschalige industrie met 460.000 directe arbeidsplaatsen. Deze ondernemingen met hoogstens 250 werknemers hebben een jaaromzet van rond de 70 miljard euro. De industrie wordt gezien als motor van de economie, maar is meer gevoelig voor de conjuncturele schommelingen dan bijvoorbeeld de voedingsindustrie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer