De daders plunderden de studio’s die totaal vernietigd waren. „Dit is tot nu toe het ergste bloedbad tegen de media. Een executie van journalisten en bewakingspersoneel”, benadrukte de minister. „Dit kwam niet uit het niets”, voegde hij eraan toe, wijzend naar de Europese Unie die sancties heeft afgekondigd tegen regeringsgezinde media. Na de aanslag vervolgde het station de uitzendingen.

„Al degenen die aanzetten tot geweld, die campagne voeren tegen Syrië, of het nu media zijn, ambtenaren of de VN-Veiligheidsraad en in het bijzonder al degenen die de aanwezigheid van gewapende mannen negeren, moeten de volledige verantwoordelijkheid dragen voor deze misdaad”, zei Zohbi.

Syrië heeft Arabische en Westerse regeringen er herhaaldelijk van beschuldigd in het conflict dat in maart vorig jaar uitbrak, niet onpartijdig te zijn en de groeiende aanwezigheid van gewapende rebellen te negeren.

Hoewel Al-Ikhbariya een private onderneming is, beweren tegenstanders van president Bashar al-Assad dat het station de spreekbuis is van het Syrische regime.