Technisch gezien is Nederland daarmee uit de recessie, maar de ministers Maxime Verhagen (Economische Zaken) en Jan Kees de Jager (Financiën) waarschuwden dat de vlag nog niet uit kan. Ook de Tilburgs econoom Lans Bovenberg ziet „geen reden tot juichen”.

Volgens Verhagen was de lichte groei in het eerste kwartaal vooral te danken aan de toegenomen overheidsbestedingen. Het duurzame herstel zal uiteindelijk moeten komen van burgers en bedrijven, zei hij. „We zijn er nog lang niet.”

De Jager zei ook minder optimistische signalen over de economie te horen. „Dus ik ben voorzichtig. Dit is nog niet de brenger van het einde van het slechte nieuws.”

Ook de fracties van CDA en PvdA in de Tweede Kamer reageerden behoedzaam. Volgens Elly Blanksma (CDA) blijft de situatie in Nederland en de eurozone zorgwekkend en is een daadkrachtige aanpak van de problemen van de eurocrisis geboden. Ronald Plasterk (PvdA) wees op de problemen met de werkgelegenheid. Er is volgens hem alle reden om nu te werken aan langdurige groei en werkgelegenheid.

Een woordvoerder van het CBS zei dat er nog steeds sprake is van een laagconjunctuur. De overheidsuitgaven zijn weliswaar naar boven bijgesteld en ook de krimp van de consumptie is wat kleiner dan eerder gedacht. Maar de investeringen en de wederuitvoer zijn juist naar beneden bijgesteld. Bovendien is het banenverlies groter dan uit eerdere cijfers bleek. Dat komt uit op 26.000 vergeleken met vorig jaar, tweemaal zoveel als eerder gedacht.

De Tilburgse hoogleraar economie Lans Bovenerg hecht niet veel belang aan de technische definitie waaruit blijkt dat Nederland uit de recessie zou zijn. „Dat is maar één manier om ernaar te kijken. Je moet naar de onderliggende cijfers kijken. Die zijn bepaald nog niet om over naar huis te schrijven. Eén zwaluw maakt helaas geen zomer.”

Op de beurskoersen hadden de CBS-cijfers geen invloed, maar de beurzen reageren doorgaans niet op binnenlands nieuws.