Grijsheid als heerlijkheid
Nederlanders dienen vele goden. Deze weken wordt de god Voetbal aanbeden. Miljoenen zetten zich voor het bewegende beeld. Er is de god Genot. „Geniet er lekker van”, is zijn credo. Ook is er de god Onderbuik. Opiniepeilingen verkondigen zijn boodschap. Hij laat zich dienen door de twitterende massa’s. PVV-leider Wilders is zijn buikspreker. De Tweede Kamer ligt gedwee aan zijn voeten.
Er zijn vele goden. Maar geen van hen is in deze tijd zo gezaghebbend als de god Wetenschap. Alles wat hij zegt is waar, want „dat is wetenschappelijk bewezen.” Alles waarover hij zwijgt is onwaar, want „daar is geen wetenschappelijk bewijs voor.” Wel is het lastig dat hij z’n meningen steeds bijstelt. En waar je zou denken dat hij de tegenpool is van de god Onderbuik, is het bijzondere nu juist dat zij vaak twee handen op één buik zijn. De recente discussie over religieus slachten was er een aardig voorbeeld van.
Soms wordt wel erg duidelijk dat de god Wetenschap weinig om het lijf heeft. Zo zat ik onlangs te luisteren naar een zeer geleerd betoog van een wetenschapper die onderzocht had welke vorm van bewegen voor ouderen het beste is. Twee vormen van bewegen waren onderzocht. Allereerst het zogenaamde ”chaotisch” bewegen. Dat zijn bewegingen zoals traplopen, stofzuigen, ramen lappen en de wasmachines vullen.
Vervolgens waren er geplande en meer geprogrammeerde oefeningen. Wat bleek? Het zogenaamd ”chaotische” bewegen was effectiever om ouderen in een goede conditie te houden. Het zeer geleerde betoog mondde dan ook uit in de conclusie dat het goed is voor ouderen om maatschappelijk actief te blijven. Zij vinden dat fijn en het is beter voor hun gezondheid.
Verbluffend staaltje wetenschap, nietwaar? Dat had u toch niet kunnen denken! Het is alleen jammer dat de dienaren van de goden Wetenschap, Onderbuik en Genot er niet over peinzen om aan dit inzicht consequenties te verbinden. De conclusie moet immers zijn dat ons hele concept van ”met pensioen gaan” niet deugt. Het is voor mensen niet goed om opeens te moeten stoppen met werken. Het is zelfs erg ongezond. Het doet afbreuk aan hun welbevinden. De meeste mensen zijn graag op de een of andere manier bezig en betrokken. Dat houdt de geest fris, de spieren soepel en het geeft een voldaan gevoel.
Dit plaatst de maatschappelijke discussie over vergrijzing, het verwachte tekort aan mensen in de zorg en de onbetaalbaarheid van ons pensioenstelsel in een ander licht. Het is sowieso een onwerkelijke discussie. Sinds de invoering van de AOW in 1957 is de gemiddelde levensverwachting van Nederlanders met ongeveer 8 jaar gestegen tot bijna 81 jaar. Sinds de eeuwwisseling stijgt hij met vier maanden per kalenderjaar. „Iedere week komt er een weekend bij”, schrijven Johan Polder en anderen in hun lezenswaardige boekje ”De gezondheidsepidemie”. De Kunduzcoalitie kwam echter niet verder dan af te spreken dat de AOW leeftijd in 6 jaar naar 66 jaar toegroeit. Pas vanaf 2023 wordt er gekoppeld aan levensverwachting.
Wij moeten anders aan gaan kijken tegen ouder worden. Het idee van een algemene pensioengerechtigde leeftijd moet afgeschaft worden. Iedereen die nog kan werken, moet en mag blijven werken. Het zou gewoon moeten worden dat oudere mensen een stapje terug kunnen doen in organisaties waarin zij werkzaam zijn, zonder weg te moeten. Dat moet een natuurlijke vanzelfsprekendheid worden. Governancecodes die voorschrijven dat bestuurders en toezichthouders op een bepaalde leeftijd aftreden, moeten herschreven worden.
Wij moeten ouderen weer gaan eren. De wijsheid en de levenservaring van oudere mensen moet weer gewaardeerd worden. En we moeten goed zorgen voor de ouderen die niet meer kunnen werken. Kinderen zijn de eerst aangewezenen.
Hier ligt de sleutel voor het oplossen van de problemen die met vergrijzing gepaard gaan. „De grijsheid is een sierlijke kroon”, houdt de dichter van de Spreuken ons voor. „Der jongelingen sieraad is hun kracht, en der ouden heerlijkheid is de grijsheid.”
De auteur is directeur van een it-bedrijf. Reageren? gedachtegoed@refdag.nl