Beurs maakt bijbaan chemiestudent overbodig
UTRECHT – Voltijds student, zonder bijbaan. Een luxe die weinig jongeren zich kunnen veroorloven. Gerrit-Jan de Bruin heeft de komende drie jaar alle tijd voor zijn studie beschikbaar, dankzij een beurs die hij maandag kreeg uitgereikt.
De Amersfoortse scholier, net afgestudeerd aan het Van Lodenstein College, is een van de vijf scheikundestudenten aan de Universiteit Utrecht die de Topsector Chemiebeurs krijgen. Goed voor 500 euro per maand, en dat drie jaar lang.
De andere verkozenen zijn Melanie Balhuizen (Baarnsch Lyceum), Maarten Bransen (Leidsche Rijn College, Utrecht), Erik Maris (Grotius College, Delft) en Nienke Visser (Stedelijk Gymnasium, Haarlem).
Ze werden geselecteerd uit dertig kandidaten die zich hadden aangemeld. De jury keek naar hun prestaties op de middelbare school en naar hun motivatiebrief. De cijferlijst en de profielwerkstukken werden bekeken en de scheikundedocent uit vwo 6 schreef een aanbevelingsbrief.
„Vorige week dinsdag hadden we een sollicitatiegesprek, donderdag werd iedereen gebeld. Het was echt een grote verrassing dat ik was uitgekozen”, zegt Gerrit-Jan. Voor scheikunde had hij een 9,5 op zijn eindlijst. „Sommige klasgenoten hadden alles cum laude; ik alleen de exacte vakken.”
Scheikunde vindt hij „erg mooi, wel vrij moeilijk, maar het mooie is dat je direct de slag naar de praktijk maakt. Bij wiskunde blijf je erg in het theoretische hangen.”
In welke richting hij zich gaat specialiseren, weet hij nog niet. „Het eerste jaar me maar eens lekker oriënteren.” En na drie jaar bachelorstudie? „Misschien een master. Ik wil uiteindelijk graag het onderwijs in. Maar we hebben wel de tip gekregen om eerst in het bedrijfsleven te kijken, zodat je niet zo’n suffe leraar wordt die alleen maar alles uit de boeken haalt.”
De extra beurs is welkom. Niet om woonruimte te financieren, want de Amersfoorter blijft thuis wonen. „Maar het scheelt me een bijbaan. Ik breng nu het RD rond; dat neemt mijn zus over. Iets anders hoef ik niet te zoeken. Misschien alleen in de zomer; in juli en augustus krijgen we geen geld.”
De chemiebedrijven AkzoNobel, Teijin Aramid, Sachem, Van Wijhe Verf en Synbra stelden elk een beurs beschikbaar, als gift boven op de bestaande studiefinanciering.
De selectiecommissie zegt „zeer onder de indruk” te zijn van het niveau van de dertig kandidaten. Twaalf studenten die net niet voor de ‘prijs’ in aanmerking kwamen, krijgen een studieboekenpakket ter waarde van 500 euro van de Universiteit Utrecht.
Extra studiestof
De vijf winnaars mogen deelnemen aan een prestigieus honoursprogramma. „Tien procent extra les”, vat Gerrit-Jan samen. „Dus een deel van de tijd die vrijkomt doordat je niet hoeft te werken, steek je in je studie. Maar dat lijkt me juist leuk.” De vijf houden tijdens hun studie contact met het chemiebedrijf dat hun beurs verstrekt en gaan daar ook stage lopen.
De studenten moeten ”nominaal studeren”: precies binnen de gestelde termijn hun studie afronden. Doen ze dat niet, dan verliezen ze de beurs, maar ze hoeven niet terug te betalen wat ze tot dat moment hebben gekregen.
Het cadeautje komt er niet zomaar: er wordt een tekort aan bèta’s verwacht. Scheikundeopleidingen kampen met een teruglopende instroom van studenten. Utrecht ook: in 2009 kwamen nog 91 scholieren naar de bacheloropleiding scheikunde, aan het begin van het huidige studiejaar waren dat er nog maar 60. Het is de bedoeling dat de instroom voor komend jaar op 80 ligt, en in 2015 moet hij naar 110 gegroeid zijn.
De beurs, bedacht door de Vereniging voor Nederlandse Chemische Industrie (VNCI), is daarbij een stimulans. Dit jaar wordt hij voor het eerst uitgereikt; vijf stuks, en alleen in Utrecht. Volgend studiejaar zijn er wel zestig beschikbaar; in het hele land: twintig voor scholieren die kiezen voor een chemiestudie aan een universiteit, veertig beurzen gaan naar het hoger beroepsonderwijs.