Buitenland

Vonnis Nigeriaanse opnieuw bekeken

In de Noord-Nigeriaanse stad Katsina is woensdag onder grote belangstelling van mediavertegenwoordigers en mensenrechtenactivisten het hoger beroep begonnen in de zaak tegen de tot dood door steniging veroordeelde alleenstaande moeder Amina Lawal.

Buitenlandredactie
28 August 2003 08:35Gewijzigd op 14 November 2020 00:31
KATSINA - Amina Lawal woonde woensdag met haar dochtertje het hoger beroep bij tegen het doodvonnis dat vorig jaar augustus tegen haar werd uitgesproken. Een islamitische rechtbank veroordeelde de Nigeriaanse wegens overspel tot de dood door steniging. Vo
KATSINA - Amina Lawal woonde woensdag met haar dochtertje het hoger beroep bij tegen het doodvonnis dat vorig jaar augustus tegen haar werd uitgesproken. Een islamitische rechtbank veroordeelde de Nigeriaanse wegens overspel tot de dood door steniging. Vo

De 32-jarige Lawal verscheen voor de eerste zitting met haar bijna twee jaar oude dochtertje Wasila op de arm en leek overweldigd door het grote aantal politieagenten en journalisten. „Al die camera’s, al die agenten”, verzuchtte ze met tranen in haar ogen. „Ik ben nog nooit zo bang geweest, ik ben zo moe van alles.”

Lawal is in maart 2002 door een islamitische rechtbank tot dood door steniging veroordeeld omdat zij als ongehuwde een kind had gekregen. Zij was twee jaar daarvoor gescheiden.

Katsina is een van de circa tien deelstaten in het noorden van Nigeria die de sharia, de islamitische wetgeving, hebben ingevoerd. De rechters oordeelden dat zij tot haar nek in het zand moet worden begraven, om vervolgens met stenen te worden doodgegooid. De tenuitvoerlegging van de straf werd opgeschort hangende haar beroep. Ook werd bepaald dat de straf niet mag worden uitgevoerd zolang ze de baby de borst geeft. De vermoedelijke vader van Wasila ontkende iedere verantwoordelijkheid en werd vrijgesproken.

Lawals oom, de 50-jarige Magaji Liman, zei dat Lawal zich grote zorgen maakt en soms niet kan eten. Volgens Liman wil zij de zaak zo snel mogelijk beëindigd zien, zodat zij in het huwelijk kan treden en een normaal leven kan leiden.

De autoriteiten van de staat Katsina stonden er op dat het beroep zou worden behandeld door een shariarechtbank, ondanks verzoeken van de federale regering Lawal op vrije voeten te stellen.

Opperrechter Aminu Ibrahim maande de tien advocaten van Lawal geen tijd te rekken, omdat de zaak toch al veel te lang heeft geduurd. Een van die advocaten, Aminu Musa Yawuri, drong op vrijspraak aan. Hij stelde dat Lawals bekentenis ongeldig is, omdat zij niet op de hoogte was van de aard van het misdrijf en de straf die daarop staat. Yawuri wees er ook op dat volgens bepaalde interpretaties van de sharia een baby tot vijf jaar in de baarmoeder kan blijven, zodat Lawals ex-echtgenoot in theorie de vader kan zijn.

Aanklager Nurulhuda Mohammad Darma zei dat Lawals zwangerschap en haar gescheiden status „voldoende bewijs” zijn voor het door haar gepleegde misdrijf.

De rechters kondigden aan dat zij op 25 september uitspraak zullen doen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer