Gert-Jan Segers: Hoop voor moslims in het Midden-Oosten
HARDINXVELD-GIESSENDAM – Het is heel bijzonder dat God juist in deze spannende tijd de harten van moslims in het Midden-Oosten aanraakt, vindt Gert-Jan Segers.
De directeur van het wetenschappelijk bureau van de ChristenUnie sprak zaterdagavond in Hardinxveld-Giessendam voor ongeveer 300 aanwezigen over de verhouding tussen christenen en moslims. De avond was belegd door de Kom Ook Groep, die jongerenbijeenkomsten organiseert in Hoevelaken en Hardinxveld-Giessendam.
Segers, nummer vier op de kandidatenlijst van de ChristenUnie, vertelde dat hij in de jaren dat hij in Egypte woonde tijdens een persoonlijke zoektocht in contact kwam met lokale christenen en moslims. Hij vond die zoektocht oog in oog met moslims en met de Bijbel open „ongelooflijk moeilijk.” Zijn uiteindelijke standpunt is dat hij kritischer geworden is over de islam en dichter bij de moslims is komen te staan. „Moslims lopen met diepe vragen. Het is gemakkelijker om met hen over God te spreken dan met seculiere Nederlanders.”
Over de islam is Segers niet zo positief. Hij wijdde er inmiddels meerdere publicaties aan, waaronder de studie ”Voorwaarden voor vrede” en –samen met Marten de Vries– ”Wat christenen geloven & moslims niet begrijpen”. Het verlangen om de wereld volgens de wetten van de islam, de sharia, te regeren is groot, zei hij zaterdagavond. Inhoudelijk zijn er zeer wezenlijke verschillen met het christendom. „In het christendom draait het om Jezus Christus en het kruis. De islam stelt dat Christus niet aan het kruis is gestorven en niet is opgestaan. Dat zet de verhoudingen met het christendom op scherp.”
Dat is volgens hem altijd al zo geweest. Hij noemde de botsingen die er in het verleden zijn geweest. Vervolgens noemde hij de positie van Israël. „Het is een soort heilige plicht van de moslims om te strijden voor de bevrijding van Israël. Wat ooit islamitisch is geweest, kan niet worden opgegeven.” Segers, samenvattend: „Ik ben niet erg optimistisch. Ik denk dat we uiterst gespannen verhoudingen met de islam houden in Nederland en wereldwijd.”
Tegelijkertijd is hij zeer hoopvol. Een teken van hoop is volgens hem dat er in moslimlanden heel wat moslims overgaan naar het christendom. Deze ontwikkeling is pas de laatste twintig jaar zichtbaar. Daarvóór zijn er vele zendelingen naar moslimlanden gegaan, maar hun werk leek vruchteloos. „God is nu op een zeer bijzondere wijze aan het werk in het Midden-Oosten. Dat werk is niet te stoppen.”
Segers verwees naar een cursus in vijftien talen via internet. Aan het eind van die cursus kunnen mensen aangeven dat ze Jezus willen volgen. Dat gebeurt zeer regelmatig, zei hij. Als voorbeeld noemde hij de christelijke kerk in Algerije, die bestaat uit eerstegeneratiechristenen met een moslimachtergrond. „Ze zijn zeer gepassioneerd en willen het Evangelie doorgeven aan hun familie en ze zijn zelfs naar Egypte gegaan om te kijken of ze daar wat konden betekenen.”
De directeur van het wetenschappelijk instituut van de ChristenUnie vindt het verder een bijzondere ontwikkeling dat de christelijke kerken die vanouds in het Midden-Oosten aanwezig zijn, hun deuren nu massaal openzetten voor christenen met een moslimachtergrond. Dat deden ze een aantal jaren geleden niet, uit angst voor represailles van moslims. In deze kerken worden zelfs doopvonten vergroot om volwassenen te kunnen dopen, weet hij.
Segers gaf enkele voorbeelden van bijzondere bekeringen. Eén ervan betrof een moslima die door het lezen van de Bijbel „Jezus aannam als haar Verlosser.” Haar man werd echter een steeds fanatiekere moslim, die haar geen ruimte gaf. „Toen hebben we gebeden of de Heere zich aan haar man wilde openbaren. Onze vriendin vertelde een paar weken later dat haar man een droom gekregen had waarin hij bij het graf van Jezus zat Die zei: „Ik leef.” Toen kon hij geen weerstand meer bieden aan Jezus. Ze hebben het nu moeilijk, maar ze houden het vol. Het antwoord van God gaat diep. Het Evangelie geeft een vrede die alle verstand te boven gaat.”