’Een op de twee kleine ondernemers ziet het nog zitten’
Nog maar de helft van de kleine en middelgrote bedrijven in de industrie is positief over de komende twaalf maanden. Het vertrouwen is in de afgelopen vijf jaar niet zo laag geweest, heeft de brancheorganisatie MKB–Nederland samen met Rabobank woensdag in de Industriemonitor naar buiten gebracht.
„Ondernemers zijn van nature optimistische mensen", zei MKB–voorzitter L. Hermans in een toelichting. „Maar voor hen is het glas inmiddels halfleeg."
De situatie voor de industrie is dit jaar sterk verslechterd. Het dal blijkt niet alleen veel dieper, maar ook veel langer dan verwacht. Voor de metaal– en elektrotechnische bedrijven zijn de omstandigheden zelfs nog beroerder. Hier stegen de loonkosten flink, tot meer dan 93 procent van de omzet. Het aantal faillissementen liep in deze branche sterk op.
Nederland telt 45.000 bedrijven in deze kleinschalige industrie met 460.000 directe arbeidsplaatsen. Deze ondernemingen met hoogstens 250 werknemers hebben een jaaromzet van rond de 70 miljard euro. De industrie wordt gezien als motor van de economie, maar is meer gevoelig voor de conjuncturele schommelingen dan bijvoorbeeld de voedingsindustrie.
De monitor toont een aantal harde feiten: bedrijven investeren minder, de werkgelegenheid neemt dit jaar met 20.000 af en nog eens 60.000 banen staan op de tocht. Een op de vijf bedrijven zegt dit jaar liqiditeitsproblemen te hebben gehad. De helft van de bedrijven investeert dit jaar niet. „Als zoveel mkb–bedrijven niet investeren, is er veel meer aan de hand dan een dip", schetste Hermans.
Daarnaast overweegt een steeds grotere groep ondernemers hun fabrieken hier te sluiten en de productie te verplaatsen naar landen als Polen waar de lonen lager zijn. 2200 Bedrijven hebben dit al besloten, 2700 ondernemingen gaan dat waarschijnlijk doen. MKB noemt dit aantal zorgwekkend.
Er zijn ook lichtpuntjes, relativeerde Rabobank–bestuurslid P. van Schijndel. „De situatie is niet zo erg als in de jaren tachtig", oordeelde hij. Van Schijndel verwees naar een mogelijke opleving in Duitsland, voor de industrie een belangrijke afzetmarkt. Ook is de omzet van de kleinschalige industrie sinds juli 2002 niet verder gedaald.