U kunt of durft niet te geloven dat u de bruid van Jezus bent geworden. Wel vindt u uw rust niet meer in het dienen van de driehoofdige afgod, en heeft er een verandering bij u plaatsgehad, maar u vreest dat u de inwendige trekking van de Heilige Geest nog niet bent deelachtig geworden.

De vijand, die u van Christus zoekt af te houden, maakt u wijs dat als u de bruid van Jezus was geworden, u niet zo gehecht meer moest zijn aan het schepsel of aan de dingen van deze wereld, en hij komt met het Woord Gods naar u toe, dat wie iemand of iets boven Jezus liefheeft, Hem niet waardig is. Hij wijst u op uw geestelijke traagheid, biddeloosheid, lusteloosheid in het nalopen van Jezus. Maar, heilzoekende en bekommerde zielen, uw gebed is in het verborgene voor God, bij Wie uw zuchten en uw zorgen niet onbekend zijn. Is God u niet te sterk geworden? Heeft Hij u niet ontdekt aan uw krachteloosheid door de zonde? Was Lazarus door Jezus niet levend gemaakt, al voelde hij zich nog gebonden aan handen en voeten?

Ds. A. P. A. du Cloux, predikant te ’s-Grevelduin-Capelle (”Twaalftal Leerredenen”, 1889)