Kerk & religie

„Laten baptisten VS elkaar niet gaan verketteren”

NEW ORLEANS – „Sommige baptisten zijn drukker om calvinisten onder ons op te sporen dan zielen te winnen voor Christus.” Die waarschuwing liet Frank Page, president van het uitvoerend comité van de Zuidelijke Baptisten, deze week horen tijdens de jaarlijkse conventie.

Kerkredactie
22 June 2012 10:17Gewijzigd op 14 November 2020 21:44
Bryant Wright. Foto Bill Bangham
Bryant Wright. Foto Bill Bangham

De meningen over de vraag of de calvinistische theologie een legitieme plaats mag hebben binnen de grootste baptistenkerk van Amerika liggen scherp verdeeld. Uit een onderzoek dat LifeWay Research (LWR) in de achterliggende weken uitvoerde, blijkt dat 60 procent van de baptistenvoorgangers bezorgd is over de groeiende belangstelling voor het calvinistisch gedachtegoed binnen hun kerken.

Dat de reformatorische leer veld wint onder de zuidelijke baptisten is zeker. Bij een vergelijkbaar onderzoek van LWR in 2006 noemde 10 procent van de predikanten zich calvinist. Uit het rapport van deze week bleek dat dit percentage is verdrievoudigd. Daarbij is opvallend dat het vooral om jongere predikanten gaat.

Tegelijkertijd is opmerkelijk dat ongeveer een derde van de voorgangers het naamkaartje ”arminiaan” wil dragen en 40 procent van de predikanten zich ”gewoon baptist” noemt.

„Juist door de opmerkelijke toename van de interesse in de calvinistische leer dreigt het debat naar het kookpunt te gaan waarop we elkaar gaan verketteren”, zei Frank Page in zijn toespraak. In een poging beide flanken te kalmeren en vast te houden riep hij zijn „arminaanse broeders” op hun ketterjacht te staken. De „calvinistische broeders” wees hij erop dat ze nogal eens uitstralen hun theo­logische opponenten „onintelligent” te vinden.

De scheidend president van de zuidelijke baptisten, Bryant Wright, waarschuwde in een preek over Lukas 24:44-49 dat de duivel lacht als er binnen de kerken getwist wordt en „we dus niet langer druk zijn met het reddingswerk onder mensen die dreigen verloren te gaan.” Naar zijn overtuiging kunnen er binnen de baptistengemeenten verschillende visies bestaan, „zolang we het er maar over eens zijn dat we een christocentrische prediking moeten brengen.”

Van calvinisten verwacht hij meer ootmoed. „Hoogmoed is altijd zonde. Of het nu gaat om geestelijke, intellectuele of theologische hoogmoed, het is grote zonde. We moeten beseffen dat een superieure houding tegenover onze tegenstander nooit vruchtbaar is voor de opbouw van Christus’ kerk.”

Zij die zich „traditioneel baptist” noemen en zich daarom verzetten tegen het calvinisme, maande Wright te stoppen met oordelen. „Dat ontaardt snel in laster. En om ieder die een solide Bijbelse prediking brengt met een meer calvinistisch accent onmiddellijk te betichten van hypercalvinisme is misleidend. Het gevolg is dan dat je het negende gebod overtreedt.”’

In een poging een weg te vinden waardoor zowel arminianen als calvinisten zich thuis voelen binnen de Zuidelijke Baptisten werd op de conventie besloten een panel van theologen te vormen dat gaat werken aan het opstellen van een compromisverklaring. Deze zal naar alle waarschijnlijkheid op de conventie van juni 2013 besproken kunnen worden.

Prangende vraag is of het debat dan inmiddels niet zal hebben geleid tot breuklijnen. Twee weken geleden stelden twaalf vooraanstaande theologen een verklaring op waarin ze ervoor pleiten afstand te nemen van de calvinistische opvattingen over verkiezing en verwerping. Deze verklaring is inmiddels door 
650 voorgangers ondertekend.

Zowel van de zijde van de calvinistische als van de kant van de arminiaanse baptisten is er bezwaar tegen dit statement gemaakt. Met name tegen stelling 2 – „We ontkennen dat door Adams val de menselijke wil totaal verdorven is”– leven veel bezwaren. De calvinistisch georiënteerde baptist Albert Mohler en de arminiaanse baptist Roger Olson constateerden op hun blog dat hier sprake is van „onverbloemd semipelagianisme.”

Ondanks die bezwaren zien de opstellers geen reden om de verklaring aan te passen. De oorspronkelijke auteur, Eric Hankins, zegt in een reactie: „Onze calvinistische en arminiaanse vrienden zijn niet ontstemd over deze verklaring omdat ze heterodox is, maar omdat wij hun terminologie en theologische onderscheidingen niet gebruiken. De beschuldiging van semipelagianisme betekent niets anders dan: Jullie redeneren niet volgens onze regels.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer